Geef de Eenheden (Units) op en voer de Breedte (Width) en Hoogte (Height) van het te gebruiken
papier in. Klik vervolgens op OK.
4.
4. Voltooi de configuratie
Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Wanneer u de gegevens afdrukt, worden deze met het opgegeven papierformaat afgedrukt.
Opmerking
• Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een functie heeft voor het opgeven van de
hoogte en breedte, geeft u de waarden op met de toepassing. Als de toepassing deze functie niet
heeft of als het document niet correct wordt afgedrukt, voert u bovenstaande procedure van het
printerstuurprogramma uit om de waarden in te stellen.
• Het afdrukken is mogelijk uitgeschakeld, afhankelijk van het formaat van het opgegeven, door de
gebruiker gedefinieerde mediumtype.
Raadpleeg
"Mediumtypen die u kunt
door de gebruiker gedefinieerde mediumtypen.
• Als de papierinstellingen in het printerstuurprogramma verschillen van de papiergegevens die op de
printer zijn geregistreerd, kan er een fout optreden. Zie
kunt doen als er een fout optreedt.
Voor informatie over de papiergegevens die op de printer moeten worden geregistreerd, raadpleegt u
het volgende:
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (mediumtype)
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat)
gebruiken" voor meer informatie over afdrukbare formaten voor
"Papiergegevens
139
registreren" om te zien wat u