De gedeeltelijke warmteterugwinning
is opgebouwd uit een aanvullende
warmtewisselaar die is geïnstalleerd in
de afvoerleiding tussen de compressor en
het omkeerventiel. De warmtewisselaar
koelt het uitlaatgas van de compressor
en voert de energie af naar een aparte
waterkring voor heet water toepassingen.
De koelmachine kan tegelijkertijd gekoeld
water en heet water produceren.
PHR wordt alleen in de koelingsmodus
gebruikt.
De verwarmingscapaciteit wordt gestuurd
door de behoefte aan koeling van de
koelmachine, de omgevingstemperatuur
en de temperatuur van de
warmteterugwinningskring.
De gedeeltelijke warmteterugwinning
omvat:
• Één gesoldeerde
platenwarmtewisselaar per
koudemiddelcircuit
• Isolatie van de warmtewisselaar(s) en
waterleiding
Afbeelding 33 - Aanbevelingen voor leidingen voor de gedeeltelijke warmteterugwinning
82
Gedeeltelijke Warmteterugwinning
• Twee temperatuursensoren om
de ingaande/uitgaande heet
watertemperatuur informatie op het
regelpaneel van de unit uit te lezen
• Vorstbeveiliging verwarming
(optioneel)
• Handbediende ventilatie
• Aftapkraan
Water dat in de warmtewisselaar van de
warmteterugwinning circuleert mag nooit
voor het prepareren van voedsel of als
drinkwater worden gebruikt. Het moet
via een directe kring worden gebruikt
om water te verwarmen of vóór te
verwarmen.
Opmerking: indien de warmtewisselaar
van de gedeeltelijke warmteterugwinning
is afgetapt, dan moet de verwarming
worden uitgeschakeld om beschadiging
van de warmtewisselaar van de
gedeeltelijke warmteterugwinning te
vermijden. De verwarming mag alleen
worden ingeschakeld wanneer er
water in de warmtewisselaar van de
warmteterugwinning aanwezig is.
VOORZICHTIG! De temperatuur van
afvoergas kan 130 °C bereiken, wat kan
leiden tot oververhitting van het water
van de warmteterugwinning.
Leidingen van
de gedeeltelijke
warmteterugwinning
Bij de gedeeltelijke warmteterugwinning is
een ter plaatse geïnstalleerde veiligheids-
of overdrukklep vereist om risico's die
kunnen voortkomen uit een defect aan de
thermostaat te vermijden.
Er moet een 1 tot 1,6 mm filter worden
geïnstalleerd vlakbij de ingaande
waterleiding naar de warmtewisselaar van
de gedeeltelijke warmteterugwinning om
de warmtewisselaar te beschermen.
De watertemperatuur van de gedeeltelijke
warmteterugwinning die de unit
binnentreedt moet ten minste 40 °C zijn.
Isoleer waterleidingen en andere delen
van de warmteterugwinningskring om
warmteverlies en potentiële verwondingen
als gevolg van blootstelling aan een heet
oppervlak te vermijden.
Voor aanbevolen pijpleidingen voor de
gedeeltelijke warmteterugwinning, zie
hieronder.
A = Door Trane geleverd
1 = Afsluitklep
2 = Waterfilter
3 = Thermometer (gebruikersoptie)
4 = Trillingsdemper
5 = Overdrukklep
6 = Klepmanometer
7 = Ontluchting (één af-fabriek geïnstalleerd)
8 = Afvoer (op laagste positie)
9 = Stroomschakelaar (warm waterstroom)
10 = Balansklep
11 = Reinigings T-stuk
CG-SVX24B-NL