Inspectiechecklist
Controleer bij levering of de juiste
unit is geleverd, met alle bijbehorende
uitrustingsdelen. Vergelijk de gegevens
op het typeplaatje van de unit met
de informatie van de bestelling en
verzending.
Controleer de buitenzijde van de unit op
visuele schade. Rapporteer eventuele
beschadigingen of ongerechtigheden
aan de vervoerder en maak een
aantekening over de schade aan de
unit op het ontvangstbewijs van de
vervoerder. Vermeld de omvang en
de aard van de schade en breng uw
Trane verkoopkantoor daarvan op de
hoogte. Installeer nooit een beschadigde
unit zonder goedkeuring van het
verkoopkantoor.
Verplichte Opstart
Checklijst
***Deze checklist is niet bedoeld als
vervanging voor de installatie-instructie
voor de aannemer. Deze checklist is
bedoeld als een gids voor de Trane
technicus vlak voor het 'opstarten'
van de unit. Veel van de aanbevolen
controllers acties zouden de technicus
aan elektrische en mechanische
gevaren kunnen blootstellen. Raadpleeg
de betreffende hoofdstukken in de
handleiding van de unit voor de passende
procedures, component specificaties en
veiligheidsinstructies.
Behalve waar aangegeven; er wordt van
uitgegaan dat de technicus deze checklist
dient te gebruiken voor de inspectie /
verificatie van de voorafgaande taak die
door de hoofdaannemer bij de installatie
is voltooid.
1. Voldoende vrije ruimte rondom de unit
voor onderhoud en om luchtrecirculatie
etc. te vermijden.
2. Unit aan de buitenkant geïnspecteerd
3. Carterverwarming is 24 uur vóór de
aankomst van de Trane technicus, die
het opstarten uitvoert, ingeschakeld
4. Juiste spanning aangesloten op de
unit en de elektrische verwarming
(onbalans mag 2 % niet overschrijden)
5. Voedingsfasering (A-B-C volgorde) van
de unit is correct voor de rotatie van
de compressor
10
Voorinstallatie
6. Koperen voedingsbedrading voldoet in
de maatschets voor de opdracht aan
de eisen m.b.t. de dikte
7. Unit correct geaard
8. Alle automatiserings- en
afstandsbedieningen geïnstalleerd/
verkabeld
9. Alle kabelverbindingen vast
10. Gekoeld water zijde
blokkering en aaneensluitende
bedradingsblokkering
en uiterlijkheden ???
(gekoeldwaterpomp)
11. Ter plaatse geïnstalleerde
regelingsbedrading aan de juiste
aansluitklemmen aangesloten
(externe start/stop, noodstop,
gekoeld water reset...)
12. Controleer of alle
koudemiddelkleppen open zijn/tegen
de aanslag zitten
13. Compressoroliepeil (1/2 -3/4 hoog in
glas) is correct
14. Verifiëer of het gekoeldwaterfilter
schoon is en geen vuildeeltjes meer
bevat en dat de gekoeldwatercircuits
van de verdamper zijn gevuld
15. Sluit de gezekerde
hoofdschakelaar(s) die vermogen
levert naar de starter van de
gekoeldwaterpomp
16. Start de gekoeldwaterpomp om de
circulatie van het water te beginnen.
Inspecteer de leidingen op lekkages
en repareer die noodzakelijk
17. Stel de waterstroom af terwijl water
door het systeem circuleert en
controleer de daling in waterdruk
door de verdamper
18. Stel de gekoeldwaterstroom af voor
correcte werking
19. Schakel de gekoeldwaterpomp terug
naar auto
20. Bevestig alle CH530 Menuopties op
DynaView en KestrelView
21. Ventilator amperages binnen specs
op typeplaatje
22. Alle panelen/deuren afgesloten
alvorens het opstarten
23. Alle batterijlamellen geïnspecteerd en
uitgelijnd
24. Roteer de ventilatoren alvorens
de unit te starten om deze te
inspecteren op potentiële hoorbare
en zichtbare tekenen van wrijving.
Start de unit
25. Druk op de AUTO toets. De
unit zal starten wanneer de
koelmachineregeling om koeling
vraagt en alle beveiligingen gesloten
zijn
26. Controleer de EXV-kijkglazen nadat
voldoende tijd is verstreken waarin
het intredende en uittredende water
de gelegenheid heeft gehad zich te
stabiliseren
27. Controleer de koudemiddeldruk van
de verdamper en van de condensor
onder koudemiddelrapport op de
CH530 TechView
28. Bevestig dat de waarden voor
superverwarming en onderkoeling
normaal zijn
29. Werking van de compressor normaal
en binnen het amperagebereik
30. Bedieningslogboek voltooid
31. Druk op de stop toets
32. Inspecteer de ventilatoren nogmaals
nadat deze onder belasting hebben
gedraaid om vast te stellen dat er
geen tekenen van wrijving bestaan
33. Controleer dat de gekoeldwaterpomp
minstens een minuut lang
draait nadat de koelmachine
het commando om te stoppen
heeft ontvangen (voor normale
gekoeldwatersystemen)
Opslag van de unit
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
als de unit langer dan een maand vóór de
installatie moet worden opgeslagen:
• Sla de koelmachine op in een droge,
trillingsvrije, veilige ruimte.
• Units die gevuld zijn met koudemiddel
mogen niet worden opgeslagen op
plaatsen waar de temperatuur hoger is
dan 68 °C.
• Sluit ten minste iedere drie
maanden een manometer aan
en controleer handmatig de druk
in het koudemiddelcircuit. Roep
de hulp in van een deskundige
onderhoudsmonteur en uw
Trane verkoopkantoor als de
koudemiddeldruk onder 13 bar komt
bij 20 °C (of 10 bar bij 10 °C).
Installatie-eisen en
verantwoordelijkheid van de
installateur
Een lijst met verantwoordelijkheden voor
de installateur tijdens het installeren van
de unit is bijgevoegd.
CG-SVX24B-NL