Algemene aanbevelingen
Alle bedrading dient te voldoen aan
de ter plekke geldende richtlijnen en
regelgeving m.b.t. elektriciteit. Standaard
aansluitschema's staan in het achterste
deel van het handboek. De minimale
circuitstroom en andere elektrische
gegevens vindt u op het typeplaatje van
de unit. Zie de bestelgegevens van de unit
voor de actuele elektrische specificaties.
Bij de unit worden elektrische specificaties
en bedradingschema's geleverd.
WAARSCHUWING: Gevaarlijke spanning!
Koppel de elektrische voeding, inclusief
hoofdschakelaars op afstand, los
voordat onderhoud uitgevoerd wordt.
Volg de correcte blokkeringsprocedures
om te zorgen dat de voeding niet per
ongeluk ingeschakeld kan worden. Als
de voeding niet wordt uitgeschakeld
voordat onderhoud wordt uitgevoerd, kan
dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg
hebben.
LET OP Gebruik alleen kopergeleiders!
Op de klemmen kunnen geen andere
geleiders worden aangesloten. Het
niet gebruiken van koperen geleiders
kan resulteren in beschadiging van de
apparatuur.
Belangrijk!
Zorg ervoor dat de kabelbuizen niet in
de weg liggen van andere onderdelen,
constructie-elementen of apparatuur. De
bedrading van het regelcircuit (115 V)
dient in andere kabelgoten dan waarin
zich de laagspanningsbedrading (<30
V) bevindt, te worden gelegd. Leg
laagspanningskabels (<30V) en geleiders
met een stroomvoeringscapaciteit van
meer dan 30 V niet in dezelfde kabelgoot,
anders kunnen storingen ontstaan.
Soft starter aanbevolen instellingen
Acceleratietijd: 0,5 seconde snelheid
Opstartkoppel: 50 %
Deceleratietijd: 0 seconden
LET OP!
66
Elektrische installatie
Inverters hebben ingebouwde filters.
Deze zijn niet compatibel met geïsoleerde
neutraal geaarde opstellingen.
WAARSCHUWING! Hoge spanning!
Ieder contact met elektrische
componenten, zelfs nadat de unit is
uitgeschakeld, kan de dood of ernstige
verwondingen tot gevolg hebben.
Wacht minstens 4 minuten na het
uitschakelen van de unit, tot de stroom is
weggelekt.
Aarding
De inverter van de ventilatorsnelheid heeft
een grote lekstroom. Zorg dat de unit is
geaard en houd hiermee rekening bij het
installeren van de aardlekschakelaar.
Wanneer in bedrijf genereert deze unit een
lekkagestroom van meer dan 100 mA.
Door installateur te leveren
onderdelen
De interface-aansluitingen van de door
de klant te verzorgen bedrading staan
aangegeven in de elektrische bedradings-
en aansluitschema's die bij de unit
geleverd worden. De installateur moet de
volgende onderdelen leveren, indien deze
niet bij de unit zijn besteld:
• De voedingskabels (in kabelgoten) voor
alle lokale kabelaansluitingen.
• Alle besturingskabels
(verbindingskabels) (in kabelgoten)
voor lokale apparaten.
• Circuitonderbrekers.
Voedingskabels
WAARSCHUWING Aardingsdraad!
Alle lokale kabelaansluitingen moeten
worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel. Alle lokale kabelaansluitingen
dienen te voldoen aan de ter plekke
geldende richtlijnen en regelgeving m.b.t.
elektriciteit. Het niet opvolgen van deze
instructies kan de dood of ernstige
verwondingen tot gevolg hebben.
Alle voedingskabels moeten op maat
gebracht en geselecteerd worden door
de projectleider, conform de ter plekke
geldende richtlijnen en regelgeving.
WAARSCHUWING: Gevaarlijke spanning!
Koppel de elektrische voeding, inclusief
hoofdschakelaars op afstand, los
voordat onderhoud uitgevoerd wordt.
Volg de correcte blokkeringsprocedures
om te zorgen dat de voeding niet per
ongeluk ingeschakeld kan worden. Als
de voeding niet wordt uitgeschakeld
voordat onderhoud wordt uitgevoerd, kan
dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg
hebben.
Alle bedrading dient te voldoen aan de ter
plekke geldende richtlijnen en regelgeving
m.b.t. elektriciteit. De installateur moet
de verbindingskabels van het systeem en
de voedingskabels leveren en installeren.
Ze moeten correct op maat gebracht
worden en voorzien worden van de juiste
gezekerde hoofdschakelaars. Het type en
de montageplaats(en) van de gezekerde
hoofdschakelaars moeten voldoen aan alle
geldende richtlijnen.
Voorgestanste openingen voor bedrading
bevinden zich aan de linkerkant onderaan
(gezien vanaf de voorkant van het
regelpaneel) van het regelpaneel. Voer de
bekabeling door deze openingen en sluit
ze aan op de aansluitblokken.
Maak aansluitingen zoals te zien is in
de lokale aansluitschema's en zoals
vermeld op de waarschuwingssticker in
het startpaneel voor de correcte fase-
aansluitingen van de 3-fasige voeding.
Voor meer informatie over de juiste
fase-aansluitingen, zie "Voeding unit -
fase-aansluitingen". Er moet voor goede
massa-aansluitingen voor de installatie
gezorgd worden naar elke massa-
aansluiting op het paneel (één voor elke
door de klant geleverde geleider per fase).
Lokale hoogspanningsaansluitingen (via de
uitbreekopeningen aan de rechter zijkant
van het paneel.
Figuur 27 - Voedingsingang
1 = Laagspanning voeding
2 = Ingaande voeding
CG-SVX24B-NL