Opbouw en functie
Interfaces voor de automatisering
Pin
Ingang
/
Uitgang
A
Uitgang
Uitgang
(op
D
en collector)
E/R
Ingang
Uitgang
F
G/P
Uitgang
H
Uitgang
L
Ingang
M
Uitgang
N
Uitgang
Uitgang
S
T
Uitgang
[1]
De bedrijfsmodus wordt door het draadtoevoerapparaat bepaald (de start- / stopfunctie werkt door het
indrukken van de toortsknop en wordt bijvoorbeeld bij gemechaniseerde toepassingen gebruikt).
5.6.2
Aansluitbus afstandsbediening 19-polig
34
Benaming
PE -------- Aansluiting voor kabelmantel
IGRO ---- Stroom-vloeit-signaal I>0 (maximale belasting 20
mA / 15 V)
0 V = lasstroom vloeit
Not-Aus - Noodstop voor prioritaire uitschakeling van de
stroombron.
0V -------- Referentiepotentiaal
IGRO ---- Stroomrelaiscontact naar gebruiker, potentiaalvrij
(max. +/-15 V / 100 mA)
Uist ------- Lasspanning, gemeten op pin F, 0-10 V (0 V = 0
V; 10 V = 100 V)
STA/STP Start = 15 V / Stop = 0 V
+15 V ---- Voeding (max. 75 mA)
-15 V ----- Voeding (max. 25 mA)
0 V ------- Referentiepotentiaal
Iist -------- Lasstroom, gemeten op pin F;
0-10 V (0 V = 0 A,
10 V = 1000 A)
Afbeelding 5-17
[1]
Afbeelding
099-005549-EW505
12.11.2018