6.4 Minimale voordruk
Let op de minimale voordruk om cavitatie te vermij-
den. Het risico op cavitatie is hoger in de volgende
situaties:
•
De vloeistoftemperatuur is hoog.
•
Het debiet is aanzienlijk hoger dan het nominale
debiet van de pomp.
•
De pomp wordt bedreven in een open systeem
met zuighoogte.
•
De vloeistof wordt door lange leidingen gezogen.
•
De zuigomstandigheden zijn slecht.
•
De werkdruk is laag.
6.5 Maximale voordruk
De voordruk + pompdruk moet lager zijn dan de
maximale werkdruk die vermeld staat op het type-
plaatje van de pomp. Door tegen een gesloten klep
te draaien wordt de hoogste werkdruk bereikt.
6.6 Minimaal debiet
De pomp mag niet tegen een gesloten klep draaien
aangezien dit kan leiden tot een toename in tempe-
ratuur of vorming van stoom in de pomp. Dit kan lei-
den tot schade aan de as, slijtage van de waaier,
kortere levensduur van de lagers en schade aan
pakkingbussen of mechanische asafdichtingen als
gevolg van spanningen of trillingen. Het continue
debiet moet ten minste 10 % van het nominale debiet
bedragen. Het nominale debiet staat vermeld op het
typeplaatje van de pomp.
6.7 Maximaal debiet
Het maximale debiet mag niet worden overschreden
omdat er dan een risico bestaat op bijvoorbeeld cavi-
tatie en overbelasting.
De minimale en maximale debieten kunnen worden
afgelezen uit de pagina's met capaciteitscurves in de
relevante databoekjes of uit een curve voor een spe-
cifieke pomp wanneer deze in Grundfos Product
Center wordt gekozen. Zie www.grundfos.com.
Minimaal debiet
Maximaal debiet
Afb. 8
Voorbeeld uit Grundfos Product Center
in www.grundfos.com dat minimaal en
maximaal debiet weergeeft
9