8. Mechanische installatie
8.1 Plaats van de pomp
De pomp dient te worden geïnstalleerd in een goed
geventileerde maar vorstvrije ruimte.
Waarschuwing
Wanneer hete of koude vloeistoffen
worden verpompt, dan dient men er
voor te zorgen dat personen niet per
ongeluk in contact kunnen komen met
hete of koude oppervlakken.
Voor inspectie en reparatie moet voldoende ruimte
vrijgehouden worden om de motor te kunnen verwij-
deren.
Verticale opstelling
•
Bij pompen die zijn uitgerust met motoren t/m 4
kW dient er boven de motor een vrije ruimte van
0,3 m te zijn.
•
Bij pompen die zijn uitgerust met een motor van
5,5 kW of meer dient er minstens 1 meter ruimte
boven de motor vrijgehouden te worden om het
gebruik van hijsapparatuur mogelijk te maken.
0,25 - 4 kW
0,3 m
Afb. 9
Vrije ruimte boven de motor.
Horizontale opstelling
•
•
•
5,5 - 37 kW
1 m
Bij pompen die zijn uitgerust met motoren t/m 4
kW dient er achter de motor een vrije ruimte van
0,3 m te zijn.
Bij pompen die zijn uitgerust met motoren van 5,5
kW of meer dient er 0,3 m ruimte achter de motor
en minstens 1 m ruimte boven de motor vrijge-
houden te worden om het gebruik van hijsappa-
ratuur mogelijk te maken.
NB pompen met voetplaat dienen dezelfde vrije
ruimte te hebben als pompen met motoren van
5,5 t/m 200 kW.
0,25 - 4 kW
5,5 - 200 kW
1 m
Afb. 10 Vrije ruimte achter de motor.
0,3 m
0,3 m
15