Afb. 21 Rubberen balgexpansiekoppeling zon-
der begrenzingsstangen
Gebruik expansiekoppelingen met begrenzingstan-
gen om de effecten van de expansie-/contractie-
krachten op de leidingen te verminderen. We raden
altijd expansiekoppelingen met begrenzingsstangen
aan voor flenzen groter dan DN 100.
De leidingen dienen zodanig verankerd te zijn dat ze
de expansiekoppelingen en de pomp niet onder
spanning zetten. Volg de instructies van de leveran-
cier en geef deze door aan adviseurs of leidinginstal-
lateurs.
Afbeelding
22
toont een voorbeeld van een metalen
balgexpansiekoppeling met begrenzingsstangen.
Afb. 22 Metalen balgexpansiekoppeling met
begrenzingsstangen
Vanwege het risico op scheuren van de rubberen
balgen adviseren wij metalen balgexpansiekoppelin-
gen te gebruiken bij temperaturen boven +100 °C in
combinatie met hoge druk.
22
8.8 Meetinstrumenten
8.8.1 Drukmeter en mano-vacuüm-meter
Om continue bewaking van de werking te garande-
ren adviseren we om een drukmeter aan de uitlaat-
zijde en een mano-vacuüm-meter aan de inlaatzijde
te installeren. Open de tapgaten voor de drukopne-
mers alleen voor testdoeleinden. Het meetbereik van
de meters dient 20 % hoger te zijn dan de maximale
druk van de pomp.
Wanneer er gemeten wordt met drukmeters aan de
pompflenzen, dan dient opgemerkt te worden dat
een drukmeter geen dynamische druk registreert. Bij
alle NB en NBG pompen zijn de flenzen aan de
inlaat- en de uitlaatzijde verschillend in diameter, wat
resulteert in verschillende stroomsnelheden in de
twee flenzen. Als gevolg daarvan zal de drukmeter
aan de uitlaatflens niet de in de technische docu-
mentatie genoemde druk tonen, maar een waarde
die tot 1,5 bar of ongeveer 15 m lager zal zijn.
8.8.2 Stroommeter
U kunt de motorbelasting controleren door een
stroommeter aan te sluiten.