Gebruik van de functie Scannen
4. Selecteer Geen toegangscode nodig en raak Opslaan aan.
De mode Certificaatverificatie van de Smart-kaart instellen
Voor aanvullende beveiliging kunt u de printer zodanig instellen dat de Smart-kaart van
een gebruiker wordt gevalideerd ten opzichte van de certificaten die op de printer zijn
opgeslagen.
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Apparaatstatus en raak
het tabblad Hulpprogramma's aan.
2. Selecteer Verificatie / Beveiligingsinstellingen > Verificatie > Instellingen
gebruikersgegevens > Certificaatverificatie Smart-kaart.
3. Selecteer Instellingen wijzigen.
4. Selecteer Ingeschakeld.
Configureren van Instellingen Certificaatintrekking ophalen
Configureer de instellingen voor intrekking van het ophalen van een beveiligingscertificaat
zo nodig.
OPMERKING
De basis- en tussen-CA van de Certificaat Smart-kaart van de gebruiker moeten op de
printer worden opgeslagen. De datum- en tijdinstellingen van de printer moeten correct
zijn om het certificaat te kunnen valideren.
Configuratie van Opslaan in map
Dit deel beschrijft configuratieprocedures voor het gebruik van de functie Opslaan in
map op het apparaat.
De poort inschakelen en TCP/IP configureren
Met behulp van Network Scanner Utility 3 (scannerdriver en Stored File Manager 3), een
programma dat het WebDAV-protocol ondersteunt, schakelt u de SNMP-, SOAP- en
WebDAV-poorten in en configureert u een IP-adres.
OPMERKING
U kunt de instellingen met behulp van CentreWare Internet Services configureren. Zie
de CentreWare online help voor meer informatie.
1. Open de modus Systeembeheerder.
2. Druk op de toets Apparaatstatus.
3. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's.
4. Schakel de SNMP-poort in.
a) Selecteer Systeeminstellingen.
b) Selecteer Connectiviteit en netwerkinstellingen.
7-10
Xerox
Color J75 Press
®
Handleiding voor de systeembeheerder