• Toetsenbord: Selecteer Naam, Server, Opslaan in, Gebruikersnaam of Toegangscode
en druk op de toets Gegevens invoeren om een invoerscherm weer te geven.
U kunt het volgende aantal tekens invoeren:
• Naam: maximaal 18 bytes
• Server: maximaal 64 bytes
• Opslaan in: maximaal 128 bytes
• Gebruikersnaam: maximaal 32 bytes
• Toegangscode: maximaal 32 bytes
• Wissen: hiermee wordt alle informatie van de geselecteerde adressen verwijderd.
• Gegevens invoeren: bevestigt of wijzigt de geselecteerde ontvangers.
• Bestandsindeling: geef de bestandsindeling van het uitvoerbestand op.
• Pogingen voor opn verzenden: selecteer het aantal pogingen voor het opnieuw
verzenden van e-mail (1 - 5), alsmede het interval (30 - 300 seconden).
Overdragen via SMB (1), Overdragen via SMB (2)
• Geeft aan waar de doorgestuurde SMB-bestanden moeten worden opgeslagen.
• Adresboek: Als het serveradres in het adresboek is opgenomen, kunt u het adres via
het adresboek opgeven. Het opgegeven adres wordt weergegeven in het scherm
SMB-overdracht.
• Toetsenbord: Selecteer Naam, Server, Gedeelde naam, Opslaan in, Gebruikersnaam
of Toegangscode en druk op de toets om een invoerscherm weer te geven.
U kunt het volgende aantal tekens invoeren:
• Naam: maximaal 18 bytes
• Server: maximaal 64 bytes
• Gedeelde naam: maximaal 18 bytes
• Opslaan in: maximaal 128 bytes
• Gebruikersnaam: maximaal 32 bytes
• Toegangscode: maximaal 32 bytes
• Wissen: hiermee wordt alle informatie van de geselecteerde adressen verwijderd.
• Gegevens invoeren: u kunt de geselecteerde ontvangers bevestigen of wijzigen.
• Bestandsindeling: geef de bestandsindeling van het uitvoerbestand op.
• Pogingen voor opn verzenden: selecteer het aantal pogingen voor het opnieuw
verzenden van e-mail (1 - 5), alsmede het interval (30 - 300 seconden).
Gegevens
Gebruik de volgende procedure om de inhoud van een opdrachtstroom te controleren
en de inhoud te wijzigen/kopiëren/verwijderen.
1. Selecteer een opdrachtstroom en dan Bewerken/Verwijderen.
2. Controleer de inhoud.
Xerox
Color J75 Press
®
Handleiding voor de systeembeheerder
Instellingen en kalibratie
18-9