Download Print deze pagina

Xerox Color J75 Press Handleiding pagina 38

Verberg thumbnails Zie ook voor Color J75 Press:

Advertenties

CentreWare Internet Services gebruiken
6. Selecteer Toepassen.
7. Zo wijzigt u de SNMP-groepsnaam Openbaar en Privé vanuit de standaardwaarden:
a) Typ een naam met maximaal 256 tekens bij Naam gebruikersgroep (alleen
lezen), Naam gebruikersgroep (lezen/schrijven) en Naam trapgroep
(Systeembericht).
b) Stel de Aanmeldings-ID systeembeheerder in.
c) Zorg dat de waarden gelijk zijn aan de waarden in de instellingen van het apparaat.
d) Klik op Toepassen. Er verschijnt mogelijk een scherm voor het invoeren van de
gebruikersnaam en toegangscode.
e) Het rechterframe op de webbrowser verandert in het scherm voor het opnieuw
starten van het apparaat.
OPMERKING
De Standaardgebruikers-ID: is admin en de toegangscode is 1111.
f) Klik op Opnieuw starten. Het apparaat start opnieuw en de instellingswaarde
wordt gereflecteerd.
OPMERKING
Xerox beveelt u aan de SNMP v1/v2c-groepsnamen Openbaar en Privé om
beveiligingsredenen te veranderen.
8. Zo bewerkt u SNMP v3-instellingen:
a) Selecteer SNMP v3-eigenschappen bewerken onder SNMP-eigenschappen.
b) Selecteer Account ingeschakeld onder Beheerdersaccount om de
beheerdersaccount te maken.
c) Typ een toegangscode ter verificatie en bevestig dit. Deze toegangscode wordt
gebruikt voor het genereren van een code die voor verificatie wordt gebruikt.
d) Typ een privacytoegangscode en bevestig dit. Deze toegangscode wordt gebruikt
voor de codering van SNMPv3-gegevens. De toegangscode die wordt gebruikt
voor het coderen van de gegevens, moet dezelfde zijn als de toegangscode van
de server.
De toegangscode moet uit ten minste acht tekens bestaan en mag alle tekens behalve
besturingstekens bevatten.
a) Selecteer Account ingeschakeld onder Printerdrivers / Externe clientaccount.
b) Selecteer Toepassen.
9. IP-trapbestemmingsadressen toevoegen:
a) Selecteer Geavanceerd onderaan de pagina.
b) Selecteer UDP IPv4-adres toevoegen of UDP IPv6-adres toevoegen onder
Trapbestemmingsadressen.
c) Typ het IP-adres van de host waarop de applicatie SNMP-beheer wordt uitgevoerd.
Dit IP-adres wordt gebruikt om traps te ontvangen.
Port 162/UDP is de standaardpoort voor traps. U kunt v1 of v2c selecteren
op basis van wat het trapontvangstsysteem ondersteunt.
d) Selecteer onder Traps het type Traps dat door de SNMP-manager moet worden
ontvangen.
3-10
Xerox
Color J75 Press
®
Handleiding voor de systeembeheerder

Advertenties

loading