Instellingen veelgebruikte functies
a) Het testpatroon mag NIET tegen de registratierand worden geplaatst (minimum
van 20 mm) en niet meer dan 15 graden scheef liggen.
Zorg dat er ruimte overblijft tussen de rand van de glasplaat en het testpatroon.
b) Bedek het patroon met een stuk zwart achtergrondpapier, om contrast te bieden.
Bedek het patroon met zwart papier en lijn het witte merkteken uit met het
merkteken op het testpatroon.
De volgorde waarop wordt gescand, is niet verplicht. De zijde met kleurcodering helpt
de gebruiker uit te zoeken welke zijde moet worden gescand.
15. Scan elk van de vier zijden in overeenstemming met de instructies op de
gebruikersinterface.
16. Als u meerdere voorbeelden gebruikt, herhaalt u het scanproces.
17. Na het scannen verschijnt er vier keer een toets Afsluiten op de gebruikersinterface.
Selecteer Afsluiten. Het scanproces is nu voltooid.
18. Verwijder de testafdruk en het zwarte achtergrondpapier van de glasplaat.
19. Op de gebruikersinterface van het apparaat selecteert u Bevestigen om de gegevens
naar de map van het afdrukmechanisme te sturen.
20. Ga naar de Windows-pc waarop de SIQA-applicatie is geïnstalleerd.
21. Start de SIQA-applicatie vanuit het bureaublad op de Windows-pc door erop te
dubbelklikken.
Het scherm Input_Key_Operator_ID wordt weergegeven.
OPMERKING
Als de SIQA-applicatie niet start/opent, gaat u naar het hoofdstuk Problemen oplossen
in de Handleiding voor de systeembeheerder voor informatie en instructies over het
oplossen van het probleem.
9-28
Xerox
Color J75 Press
®
Handleiding voor de systeembeheerder