e) Selecteer Toepassen.
10. Het trapbestemmingsadres Internetwork Packet eXchange (IPX-routeringsprotocol
dat door Novell NetWare wordt gebruikt) toevoegen:
a) Selecteer Geavanceerd onderaan de pagina.
b) Onder Trapbestemmingsadres selecteert u IPX-adres toevoegen.
c) Typ het hexadecimale getal van 8 cijfers in waarmee de IPX externe netwerkhost
wordt geïdentificeerd, die is geconfigureerd op het ontvangen van de trap.
d) Typ het 48-bits fysieke MAC-adres van de computer waarop de applicatie
SNMP-manager die de trap moet ontvangen draait.
e) Typ het Socketnummer (IPX) van de computer waarop de applicatie
SNMP-manager is geconfigureerd om de pakketten te ontvangen.
f) Selecteer de SNMP-versie, SNMP v1 of SNMP v2c op basis van het
trapontvangstsysteem.
g) Selecteer onder Traps het type Trap die wordt ontvangen door de SNMP-manager.
FTP
File Transport Protocol (FTP) is een standaard netwerkprotocol dat wordt gebruikt om
bestanden over een TCP/IP-netwerk door te geven en te manipuleren. Verschillende
functies die op uw printer worden uitgevoerd, waaronder netwerkscannen, back-up
maken van opgeslagen opdrachten en software-upgrade, kunnen FTP als functie voor
het opslaan van bestanden gebruiken.
Dit deel beschrijft het inschakelen en configureren van FTP.
1. In CentreWare selecteert u Eigenschappen > Connectiviteit > Protocollen > FTP.
2. Naast Poortstatus van FTP-client selecteert u Ingeschakeld.
3. Naast Overdrachtmode selecteert u Passieve mode voor het overbrengen van gegevens
over een willekeurig poortnummer die door de FTP-server wordt opgegeven via een
verbinding die op de printer tot stand wordt gebracht, of Actieve mode voor het
overbrengen van gegevens over een vaste, bekende poort vanaf een verbinding die
op de server tot stand wordt gebracht.
4. Selecteer Toepassen.
POP3
Post Office Protocol, versie 3 (POP3) stelt e-mailclients in staat via TCP/IP op netwerkpoort
110 e-mail vanuit externe servers op te halen.
1. In CentreWare selecteert u Eigenschappen > Connectiviteit > Protocollen.
2. Selecteer POP3-instellingen.
3. Typ het adres met de correcte indeling en het poortnummer. Het standaard
poortnummer is 110.
4. Naast Toegangscodeversleuteling voor POP-ontvangst selecteert u zo nodig
APOP-verificatie.
5. Typ de Aanmeldingsnaam die is toegewezen aan de printer die wordt gebruikt voor
de aanmelding bij de POP3-server.
Xerox
Color J75 Press
®
Handleiding voor de systeembeheerder
CentreWare Internet Services gebruiken
3-11