Instellingen en kalibratie
- Wanneer er toetsen aan het aanraakscherm worden toegevoegd of uit dit scherm
worden verwijderd. In de opgeslagen programmering wordt namelijk alleen de
locatie van een toets op het scherm vastgelegd, niet de naam van de toets. De
positie van een toets kan bijvoorbeeld veranderen wanneer een opdrachtstroom
of een opdrachtsjabloon wordt toegevoegd of verwijderd.
- Wanneer de waarden van de watermerktoepassing worden veranderd, terwijl
deze toepassing wordt gebruikt in een opgeslagen programma.
- Wanneer de toegangscode voor een mailbox in een opgeslagen programma
wordt veranderd nadat deze is opgeslagen.
- Systeeminstellingen, Opdrachtstroomschema's, Scannen in netwerk, Adresboek
en Bladeren voor Scannen naar PC kunnen niet worden gebruikt in combinatie
met Opgeslagen programmering.
Een programma opslaan
1. Druk op de toets Apparaatstatus.
Het opslagproces wordt beëindigd door de volgende acties:
• Wanneer u via het bedieningspaneel op de toets Onderbreken drukt
• Wanneer de toepassing Automatisch op nul zetten een time-out veroorzaakt
• Wanneer een pop-upvenster wordt weergegeven (bijvoorbeeld voor een
papierstoring)
OPMERKING
De volgende handelingen mogen niet worden uitgevoerd tijdens het opslaan van
een programma, anders wordt het programma mogelijk niet opgeslagen of
functioneert het niet naar behoren:
• Een papierlade verwijderen of plaatsen
• Papier in lade 5 (handmatige invoer) plaatsen of terugplaatsen
2. Vanuit het gedeelte Instellen en Kalibratie, Instellen, Hulpprogramma's selecteert
u Opgeslagen programmering.
3. Selecteer:
a) Opslaan
b) Selecteer in de genummerde lijst een toets voor de opgeslagen programmering.
(Selecteer de pijlen omhoog en omlaag om het vorige of volgende scherm weer
te geven.)
Tips bij het opslaan van een programma:
• Als u een programma voor lade 5 opslaat, moeten zowel het papierformaat als
de papiersoort worden opgeslagen, anders kan het opgeslagen programma
mogelijk niet worden opgeroepen.
• Zodra een opdracht onder een toets is opgeslagen, kan deze niet meer worden
bewerkt. De opdracht moet nogmaals worden opgeslagen.
18-4
Xerox
Color J75 Press
®
Handleiding voor de systeembeheerder