7 BEDIENING VAN HET TOESTEL
Tijdens de start van het toestel gegenereerde werkingscodes
Als het toestel gedurende langere tijd niet is gebruikt, kan er lucht aanwezig zijn in de gasleidingen. In dat geval zal het inschake-
len mislukken en toont het toestel de volgende werkingscode: 'u_12' - branderautomaat uitgeschakeld (tijdelijk) (zie hoofdstuk
1 b. 52). Na een korte pauze wordt de startprocedure automatisch opnieuw geactiveerd. Indien de code 'u_12' vier keer wordt
getoond tijdens opeenvolgende inschakelpogingen, blijft de code van kracht. Het toestel zal vervolgens de branderautomaat ver-
grendelen en de volgende werkingscode tonen: 'E_12' - branderautomaat uitgeschakeld (zie hoofdstuk 1 b. 52). In dat geval vindt
geen automatische reset plaats.
Als u het toestel weer in bedrijf wilt stellen, voert u een reset van de branderautomaat uit via menu 2 van de regelaar. Deze procedure
wordt beschreven in hoofdstuk 7.5 b. 48. Na het resetten zal het toestel opnieuw proberen in te schakelen.
Als het toestel diverse malen blokkeert, neemt u contact op met de Technische Ondersteuning.
Wanneer het inschakelen slaagt, wordt het toestel aangestuurd door de geïntegreerde regelaar (zie volgende hoofdstuk).
7�5 RESETHANDELINGEN
Het toestel kan de foutstatus aannemen en dus tot stilstand komen om verschillende redenen; de foutsituatie komt niet noodzake-
lijk overeen met een beschadiging of slechte werking van het toestel. De oorzaak die de fout genereerde kan van voorbijgaande aard
zijn: bijvoorbeeld de aanwezigheid van lucht in het gastoevoercircuit of een tijdelijke elektrische black-out.
Het toestel kan worden gereset via Menu 2.
Deblokkering van de werkingscodes
De Tabel 7.4 b. 48 geeft de beschikbare acties van menu 2.
Omwille van de geldende normen heeft het resetten van de blokkering van de branderautomaat een specifiek trefwoord.
Tabel 7�4 – Menu 2
ACTIE
20
21
22
23
24
25
E
De resethandelingen van de werkingscodes kunnen uitgevoerd worden door de acties "20" en "21"uit te voeren.
De acties '23' , '24' en '25' dienen voor het aanpassen van de verbrandingsparameters of het wijzigen van het gastype en mogen
daarom uitsluitend door de elektromonteur of de Technische Ondersteuning worden uitgevoerd (zie hoofdstuk 6.1 b. 39 voor
nadere informatie).
BRANDERAUTOMAAT RESETTEN
Het resetten van de branderautomaat kan noodzakelijk zijn wanneer men het toestel voor de eerste keer inschakelt, zie de Para-
graaf 7.1 b. 44, wanneer het toestel permanent geblokkeerd wordt, ofwel na een lange periode van stilstand (zie de Paragraaf
7.7 b. 49).
Nodig: Toegang tot het elektrische paneel, zie de Paragraaf "Display en draaiknop".
Om de branderautomaat te resetten selecteert men menu 2, zoals aangeduid in Paragraaf "Toegang tot de menu's"; vervolgens:
1.
Het display toont: "2." druk op de draaiknop om in het menu te gaan. Het display geeft eerst de actie "2. 20" weer.
2.
Druk de draaiknop in om de resetvraag knipperend weer te geven: "reS1".
3.
Druk de draaiknop opnieuw in om de reset van de branderautomaat uit te voeren. Het verzoek voor reset stopt met knipperen,
daarna geeft het display opnieuw "2. 20". De reset is voltooid.
4.
Om het menu te verlaten de draaiknop met de wijzers van de klok mee draaien tot "2. E", verschijnt, daarna indrukken om terug
te keren naar de menuselectie: "2.".
5.
Om de menuselectie te verlaten en terug te keren naar de normale weergave van de parameters dient men de draaiknop met
de wijzers van de klok mee te draaien tot "E" verschijnt; indrukken om te verlaten.
Indien op het display geen andere werkingscodes worden weergegeven, legt u de speciale sleutel weg, plaatst u de afdek-
king terug op het elektrische paneel en brengt u het voorpaneel weer aan.
OVERIGE WERKINGSCODES RESETTEN
Reset eventuele storingen in andere apparaten; dit is nodig voor het resetten van iedere storing die tijdens het bedrijf mocht
optreden.
Nodig: Toegang tot het elektrische paneel, zie de Paragraaf "Display en draaiknop".
Om fouten te resetten dient men menu 2 te selecteren, zoals beschreven in de Paragraaf "Toegang tot de menu's"; vervolgens:
1.
Het display toont: "2." Druk op de draaiknop om in het menu te gaan. Het display geeft eerst de actie "2. 20" weer.
2.
Draai de draaiknop met de wijzers van de klok mee om de actie "2. 21" weer te geven.
3.
Druk de draaiknop in om de resetvraag knipperend weer te geven: "rEr1".
48
OMSCHRIJVING
Reset blokkering branderautomaat
Reset andere werkingscodes
Handmatig defrosting
Tijdelijk forceren van het minimum vermogen
Tijdelijk forceren van het maximum vermogen
Stop forceren van vermogen
(MENU VERLATEN)
WEERGEGEVEN OP HET DISPLAY ALS
2. 20
2. 21
2. 22
2. 23
2. 24
2. 25
2. E