Tabel 7�3 – Parameters van menu 3
HYDRAULISCHE PARAMETER
Keuze thermostaatinstelling warm water
Set-point warm water
Differentiaal temperatuur warm water
(MENU VERLATEN)
Beschrijving van de parameters:
Thermostaatregeling warm water, parameter 160. Voor deze parameter zijn twee waarden mogelijk: '0' en '1' . Waarde '0' duidt
▶
aan dat de in-/uitschakeltemperatuur van het toestel moet worden gedetecteerd door de watersonde in de RETOUR van het
toestel. Waarde '1' duidt aan dat de in-/uitschakeltemperatuur van het toestel moet worden gedetecteerd door de watersonde
in de AANVOER van het toestel.
Set-point water, parameter 161: met deze parameter stelt men de temperatuur van het water in waarbij, eenmaal bereikt, het
▶
toestel wordt uitgeschakeld (dit gebeurt in geval de modulatie van het vermogen niet actief is - parameter 181).
Differentiaal water, parameter 162: met deze parameter kan een interval in graden worden ingesteld dat, opgeteld bij het set-
▶
point, de temperatuur bepaalt voor heractivering van het toestel. Deze parameter wordt ALLEEN gebruikt als de modulatie van
het vermogen NIET actief is (parameter 181).
Het toestel werkt door het water te verwarmen totdat de temperatuur van het Set-point is bereikt. Op dit punt, als de modulatie van
het vermogen niet actief is (parameter 181), gaat het toestel uit. De temperatuur van het water daalt opnieuw tot aan de tempera-
tuur van het Set-point+Differentiaal; wanneer deze bereikt wordt gaat het toestel weer aan.
Voorbeeld:
Thermostaatinstelling: aflezen sensor bij ingang toestel.
Parameter 181: 0 (modulatie vermogen NIET actief )
Set-point: +40.0°C
Differentiaal: - 2.0° C
Het toestel is in werking: het water van de installatie wordt verwarmd totdat de Set-point temperatuur = +40°C bereikt wordt.
▶
Het toestel gaat uit: het water van de installatie, dat terugkeert van het gebruikspunt, koelt verder af tot 38°C = 40°C - 2° bereikt
▶
wordt.
Het toestel gaat weer aan: het water van de installatie wordt opnieuw verwarmd.
▶
De cyclus herhaalt zich.
▶
De volgende procedure illustreert in detail hoe de parameters geconfigureerd moeten worden.
Indien men de procedures om toegang tot de draaiknop en de menu's te krijgen niet kent, lees dan de paragrafen "Display en draai-
knop" en "Toegang tot de menu's" en de volgende paragrafen.
Om de parameters van menu 3 in te stellen:
Nodig: Zorg dat het toestel is ingeschakeld en dat u toegang heeft tot het elektrische paneel, zie "Display en draaiknop".
Ga naar menu 3. Het display toont de eerste parameter van het menu, 160.
1.
Draai de draaiknop met de wijzers van de klok mee om de parameters langs te lopen: 3.160, 3.161, 3.162; op het einde wordt
de letter E weergegeven.
2.
Druk de draaiknop in op een parameter om deze te selecteren, of druk op E om het menu te verlaten.
3.
Handel bijvoorbeeld als volgt om parameter 161 "Set-point warm water" in te stellen:
· Selecteer de parameter: draai de draaiknop tot 3.161 weergegeven wordt;
· Druk de draaiknop in om naar de waarde van de parameter te gaan; het display geeft knipperend de voordien ingestelde waarde
weer, bijvoorbeeld 40.0;
· Draai aan de draaiknop om de waarde van de parameter te wijzigen;
· Druk de draaiknop in om de gekozen waarde te bevestigen; het display toont opnieuw de huidige parameter, 3.161; de nieuwe
waarde voor deze parameter is ingesteld.
4.
Indien men andere parameters van het menu wilt wijzigen, handel dan zoals hiervoor beschreven. Verlaat het menu door de
draaiknop op de letter E in te drukken.
Om de menu's te verlaten dient de draaiknop met de wijzers van de klok mee gedraaid te worden tot E weergegeven wordt. Druk
de draaiknop vervolgens in om te bevestigen. Zie voor details over de codes die het toestel tijdens de werking weergeeft, Paragraaf
1 b. 52.
7�4 WEERGEVEN EN RESETTEN VAN WERKINGSCODES
De werkingscodes kunnen gegenereerd worden door:
• de inwendige S61 print;
▶
• via een elektronische kaart (indien aanwezig).
▶
De door de S61 print gegenereerde werkingscodes worden getoond op het display van deze regelaar.
De door de elektronische kaart gegenereerde werkingscodes kunnen zowel via de printplaat zelf als via de regelaar (indien aanwe-
zig) worden gewist.
Zie het overzicht van de werkingscodes in tabel 1 b. 52 voor een beschrijving van de werkingscodes en de wijze waarop
u deze codes kunt resetten.
Boekje voor installatie gebruik en onderhoud – GAHP-A
7 BEDIENING VAN HET TOESTEL
HET DISPLAY TOONT
3.160
3.161
3.162
3. E
47