5 ELEKTRISCHE INSTALLATIE
5 ELEKTRISCHE INSTALLATIE
Sluit de voeding van het toestel pas aan als deze op de uiteindelijke locatie is opgesteld.
Alvorens de elektrische aansluitingen tot stand te brengen, dient gecontroleerd te worden of de componenten niet onder
spanning staan.
De elektrische veiligheid van het toestel is enkel verzekerd wanneer deze correct aangesloten is op een efficiënt aardings-
systeem, uitgevoerd volgens de geldende veiligheidsnormen. Gebruik de gasleidingen niet als aarding voor elektrische
toestellen.
De primaire circulatiepomp moet altijd worden aangestuurd door de S61 print, hetzij direct (via 'NO Contact'-klem-
men of een 0 tot 10V signaal), hetzij indirect (via de bovengenoemde signalen met de logische operator 'OR' in com-
binatie met een gebouwbeheerssysteem (GBS))� In alle overige gevallen moet de primaire circulatiepomp continu
ingeschakeld blijven�
Figuur 5.1 b. 26S61 print en de betreffende Tabel 5.1 b. 26 illustreren gedetailleerd de ingangen en de uitgangen van de S61
print. De details van de bijgevoegde Mod10 print worden weergegeven in Figuur 5.2 b. 27.
Figuur 5�1 – S61 print
SCH S61
Tabel 5�1 – S61 print
AFKORTING
SCH1
SCH3
A1, A2
ENC
F1
F2
F3
F4
FAN (BK, WH, BR)
FS5 (24V AC)
IGN.BOX (L, N)
J1
J10
J82
JP10
JP12
JTAG
MAIN 230V (L, N)
N.O. CONTACT
26
BESCHRIJVING
S61 print
Mod10 print (voor verdere details, zie specifieke figuur)
Hulpingangen
Draaiknop
Zekering T 2A
Zekering F 10A
Zekering T 2A
Zekering T 3,15A
Uitgang ventilator
Voeding print 24-0-24 Vac
Voeding branderautomaat vlam 230 Vac
Jumper CAN BUS
Jumper N.O. contact
Connector W10 uitbreidingsprint (op Mod10)
Connector branderautomaat 6 polen
Ingangssignaal voor rookgassensor of generatorvinsensor
Connector voor programmering S61 print
Voeding S61 print 230 Vac
Contact pomp normaal open
LEGENDA
zie tabel hierna