Scopeacties
8. Typ met het toetsenbord een bestandsnaam en druk vervolgens op Esc om het veld
Bestandsnaam te verlaten.
NOOT:
i
Als u geen bestandsnaam opgeeft, wordt automatisch een naam voor u gemaakt (bijvoorbeeld
"Gebruiker00x").
9. Selecteer Opslaan.
Nadat uw bewerkingen zijn verwerkt, keert u terug naar het scherm Beheer voorinstellingen
(Afbeelding 7-14 op pagina 76).
7.3.3 Voorinstellingen verwijderen
Met de knop Verwijderen verwijdert u bestanden met voorinstellingen uit het systeemgeheugen.
z
Voorinstellingen verwijderen:
1. Selecteer in het hoofdmenu Scope > Voorinstelling.
Het scherm Beheer voorinstellingen wordt weergegeven (Afbeelding 7-16 op pagina 77).
2. Markeer een voorinstelling in de lijst.
3. Selecteer de knop Verwijderen.
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven (Afbeelding 7-20).
4. Verwijder de voorinstelling blijvend uit het geheugen door te drukken op Y/a.
Nadat uw verzoek om verwijdering is verwerkt, keer u terug naar het scherm Beheer
voorinstellingen.
Afbeelding 7-19
Voorbeeld van het veld Bestandsnaam
Afbeelding 7-20
Voorbeeld van een bevestigingsbericht
79
Voorinstellingen gebruiken