Acties voor componenttests
NOOT:
i
Deze knop is alleen beschikbaar wanneer een kanaal het actieve triggertype is.
5.5.16 Triggerpositie
De knop Triggerpositie (Afbeelding 5-61) wordt gebruikt om het triggerpunt voor een opgegeven
kanaal te verplaatsen over de X-as (horizontaal) of de Y-as (verticaal) van de weergave.
z
Het triggerpunt verplaatsen:
1. Selecteer Triggerpositie.
De markering van het triggerpunt wordt actief.
2. Gebruik de thumbpad om de markering op het scherm te verplaatsen en een nieuw
triggerpunt te selecteren.
3. Als u klaar bent, drukt u op N/X.
5.6 Componentinformatie bekijken
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u componentinformatie bekijkt. Hieronder volgt een overzicht
van de basisacties die deel uitmaken van het testen.
1. Het voertuig identificeren—identificeer het testvoertuig voor de module Componenttests of
selecteer het in een lijst met eerder geïdentificeerde voertuigen.
2. Componentinformatie bekijken—geef maximaal vier categorieën met voertuigspecifieke
componentinformatie weer. Zie "Componentinformatie bekijken" op pagina 58 voor meer
informatie.
5.6.1 Het voertuig identificeren
De voertuigidentificatie verloopt hetzelfde als bij het testen van voertuigen. Zie "Het testvoertuig
identificeren" op pagina 32 voor informatie.
5.6.2 Componentinformatie bekijken
Nadat het testvoertuig is geïdentificeerd, kunt u de componenttestfunctie selecteren in het menu
Componenttests.
Afbeelding 5-61
Voorbeeld van de knop Triggerpositie
58
Componentinformatie bekijken