Inhoudsopgave
Advertenties
Navigatie
Tabel 4-2
Rasterafstand
Tijdbasis
Triggertype
Flank
Triggerpositie
Kalibratie-LED
Aanpassing
gevoeligheid
z
Navigeren op werkbalken:
Druk op de pijl links e en rechts c om van de ene knop naar de andere te gaan.
•
Druk op de knop omhoog b en omlaag d of druk op de knop N/X om van de bovenste naar
•
de onderste werkbalk te gaan en andersom.
Als Eenvoudig bladeren actief is, drukt u op de knop N/X om naar de bovenste werkbalk te
gaan. Raadpleeg "Eenvoudig bladeren" op pagina 95 voor meer informatie.
4.1.4 Statusbalk
De statusbalk (Afbeelding 4-1 op pagina 24) bevindt zich aan de onderzijde van het scherm. Dit
niet-selecteerbare weergavegebied bevat de identificatie van het testvoertuig, de status van de
batterij/voeding en de tijd.
4.2 Selecties maken
Gebruik de volgende instructies om te navigeren door de interface en selecties te maken.
Zie "Navigeren op werkbalken:" op pagina 27 voor gerelateerde informatie.
z
Selecties maken:
1. Markeer een knop, een menuoptie of een venster.
2. Druk op Y/a om te selecteren.
z
Navigeren door het hoofdgedeelte van een scherm:
•
Druk op de pijlen van de thumbpad.
z
Een selectie verlaten
•
Druk op N/X.
Knoppen op de onderste werkbalk (deel 2 van 2)
Naam
Knop
Beschrijving
Hiermee past u de verticale afstand aan tussen de
cilinders in het ontstekingsscoperaster.
Hiermee bepaalt u hoeveel tijd op het scherm wordt
weergegeven.
Hiermee stelt u de criteria in die worden gebruikt om
de weergave van gegevens te starten. Er zijn drie
typen triggerinstellingen: Geen, Kanaal en Cil
Hiermee wijzigt u de triggerflank van het opgegeven
kanaal van stijgend in dalend.
Hiermee verplaatst u het triggerpunt voor het
opgegeven kanaal. U kunt het omhoog, omlaag,
naar links of naar rechts verplaatsen.
Geeft de kanaalkalibratie aan.
Hiermee past u de gevoeligheid van de
ontstekingsscope aan.
27
Selecties maken
Advertenties
Inhoudsopgave
