Acties voor componenttests
Triggerweergave
Selecteer Triggerweergave om de triggerpositiewaarden in te schakelen (Afbeelding 5-42).
Als Triggerweergave niet is geselecteerd, worden triggerpositiewaarden alleen weergegeven als
de knop Triggerpositie wordt geselecteerd op de onderste werkbalk.
z
Triggerwaarden weergeven:
•
Selecteer Instellen > Triggerweergave.
De triggerwaarden worden weergegeven (Afbeelding 5-42).
Schaalweergave
Selecteer Schaalweergave om de schaalwaarden in de grafiek weer te geven.
z
Schaalweergave inschakelen:
•
Selecteer Instellen > Schaalweergave.
Afbeelding 5-41
Voorbeeld van een rasterscherm
Afbeelding 5-42
Voorbeeld van triggerwaarden
49
Tests uitvoeren