Scopeacties
NOOT:
i
Fabrieksinstellingen worden aangeduid met een slotpictogram naast de naam en kunnen niet
worden bewerkt, verwijderd, gekopieerd of verplaatst.
De werkbalken en knoppen (Afbeelding 7-14) van het scherm Beheer voorinstellingen werken
hetzelfde als in het scherm Gegevensbeheer dat u opent met de knop Opgeslagen gegevens, met
uitzondering van het bewerken van opgeslagen voorinstellingen. Zie "Gegevensbeheer" op
pagina 81 voor meer informatie.
z
Het scherm Beheer voorinstellingen openen:
•
Selecteer in het hoofdmenu Scope > Voorinstellingen.
Het scherm Beheer voorinstellingen wordt weergegeven (Afbeelding 7-14).
z
Het scherm Beheer voorinstellingen verlaten:
Druk op N/X totdat u terug bent in het hoofdmenu.
•
7.3.1 Opgeslagen voorinstellingen laden
Met de knop Laden opent u een actief testscherm met de geselecteerde voorinstelling.
z
Een voorinstelling laden:
1. Selecteer in het hoofdmenu Scope > Voorinstellingen (Afbeelding 7-15).
Het scherm Beheer voorinstellingen wordt weergegeven (Afbeelding 7-16).
Afbeelding 7-14
Voorbeeld van het scherm Beheer voorinstellingen
Afbeelding 7-15
76
Voorinstellingen gebruiken
Menu Scope