Appendix D
Aanpassing van gevoeligheid wordt in de ontstekingsscope gebruikt om de detectiegevoeligheid
voor cilinderontstekingen in te stellen. Zie "Aanpassing gevoeligheid" op pagina 72 en "Gemiste
cilinderdetectie" op pagina 73 voor meer informatie.
D.1 Wanneer u aanpassing van gevoeligheid gebruikt
Aanpassing van de gevoeligheid is van invloed op het vermogen van de ontstekingsscope om
ontstekingen te detecteren.
In het algemeen is het het best om het gevoeligheidsniveau net boven de vonk in te stellen
(Afbeelding D-1).
D.1.1 Verkeerde aanpassingen van de gevoeligheid
Het instellen van de gevoeligheid voor cilinderontsteking is van groot belang voor de juiste
weergave van het secundaire patroon.
•
Als de gevoeligheid te hoog staat, worden cilinderontstekingen mogelijk niet gedetecteerd en
worden ontstekingspieken mogelijk niet gedetecteerd op ontstekingssystemen met meerdere
vonken.
Als de gevoeligheid te laag staat, kunnen andere zaken dan de cilinderontstekingen ten
•
onrechte worden gedetecteerd als cilinderontstekingen.
In de volgende voorbeelden wordt geïllustreerd wat er gebeurt als de aanpassing van de
gevoeligheid te hoog en te laag is ingesteld.
Aanpassing van gevoeligheid
Afbeelding D-1
Voorbeeld van correcte aanpassing van de gevoeligheid
114