Acties voor componenttests
Snapshotinstellingen wijzigen
U kunt een snapshot op de volgende manieren instellen:
Het percentage na de trigger aanpassen—snapshots kunnen bestaan uit tussen 10% en
•
90% vastgelegde gegevens na triggering.
•
Opslaan op verschillende locaties—snapshots kunnen worden opgeslagen naar CF1, CF2
of de USB-poort.
•
Het bestandstype kiezen—kies de bitmap- of de jpeg-indeling voor het opslaan van
afbeeldingen.
z
Snapshotinstellingen wijzigen:
1. Selecteer in het hoofdmenu van de Vantage PRO Hulpprogramma's > Functie instellen >
Gegevens opslaan.
Het dialoogvenster Gegevens opslaan wordt weergegeven (Afbeelding 5-28).
2. Selecteer het % na trigger om het vervolgmenu te openen.
3. Selecteer een instelling bij % na trigger.
4. Selecteer Mijn gegevens om het vervolgmenu te openen.
5. Selecteer de locatie waar u de gegevens wilt opslaan.
6. Selecteer Bestandstype om het vervolgmenu te openen.
7. Selecteer een bestandstype
8. Druk op N/X om het dialoogvenster te sluiten.
5.5.7 Meters opnieuw instellen
Met de knop Opnieuw instellen (Afbeelding 5-29) wordt de opgenomen minimale en maximale
waarde van de digitale meter weer op nul ingesteld.
Gebruik de knop Opnieuw instellen om het volgende te doen:
•
De variatie in een component of circuit traceren onder een bepaalde conditie. Als de conditie
verandert, kunt u met Opnieuw instellen opnieuw met traceren beginnen om de wijziging te zien.
Controleren of een gedetecteerd aansluitingsprobleem is opgelost door te zoeken naar een
•
terugval of een piek in de minimale/maximale waarde.
Afbeelding 5-28
Voorbeeld van het dialoogvenster Gegevens opslaan
Afbeelding 5-29
Voorbeeld van de knop Opnieuw instellen
42
Tests uitvoeren