INSTALLATIE
Ingebruikname
13.3 Eerste ingebruikname
13.3.1 Schuifschakelaar (WP-type)
f Open de schakelkast.
f
f De IWS treft u aan de rechterzijde aan.
f
BA
4
1 Lichtdiodes
2 Schuifschakelaar (WP-type)
3 Resetknop
4 Schuifschakelaar (BA)
Met de schuifschakelaar (WP-type) kunt u op de IWS de verschil-
lende warmtepomptypes instellen.
Fabrieksinstelling:
Compressorwerking met elektrische nood-/bijverwarming
WP - Typ
ON
1
2
f Controleer of de schuifschakelaar correct is ingesteld.
f
Compressorwerking met een externe tweede
warmteopwekker
Toestel- en milieuschade
!
Het is in dit geval niet toegestaan de elektrische nood-/
bijkomende verwarming aan te sluiten.
Als het toestel bivalent met een externe tweede warmteopwekker
of als module met een bijkomende, constructief identieke warm-
tepomp wordt gebruikt, moeten de schuifschakelaars op de vol-
gende stand worden gezet.
22
| WPL E | WPL cool
1
2
BA
3
3
4
WP - Typ
ON
1
2
Schuifschakelaar (BA)
Met de schuifschakelaar (BA) wordt de werkwijze van de warm-
tepomp ingesteld.
f Controleer of de schuifschakelaar correct is ingesteld.
f
Toestel- en milieuschade
!
Schuifschakelaars 3 en 4 moeten altijd in de stand OFF
staan. Het gebruik van de warmtepomp is alleen mogelijk
in deze schakelaarstand.
WPL E
ON
1
WPL cool
ON
1
13.4 Instellingen
13.4.1 De stooklijn instellen
Het rendement van een warmtepomp neemt af naarmate de aan-
voertemperatuur stijgt. Daarom dient u de stooklijn nauwkeurig
in te stellen. Als de stooklijn te hoog wordt ingesteld, sluiten de
zone- of thermostatische kranen, zodat het vereiste minimale de-
biet in het verwarmingscircuit eventueel niet kan worden gehaald.
f Houd rekening met de bedienings- en installatiehandleiding
f
van de WPM.
Aan de hand van de volgende procedure kunt u de stooklijn correct
instellen:
3
4
BA
2
3
4
BA
2
3
4
www.stiebel-eltron.com