Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Debiet Met Hydraulische Wissel Of Buffervat; Pompen Met Een Zeer Gering Stroomverbruik Gebruiken; Werkingsgebied Voor De Warmtepomp; Condensaatafvoer - Stiebel Eltron WPL 13 E Handleiding Voor Bediening En Installatie

Lucht/water
Inhoudsopgave

Advertenties

INSTALLATIE
Montage

10.6.2 Debiet met hydraulische wissel of buffervat

Het is mogelijk het debiet met behulp van het temperatuurverschil
van het buffercircuit in te stellen. Daarbij mag het debiet niet lager
zijn dan het minimumdebiet.
Maximaal temperatuurverschil aan verwarmingszijde met hydrau-
lische wissel of buffervaten
14
12
10
8
6
4
2
0
-15
-10
-5
0
5
X
Buitentemperatuur [°C]
Y
Maximaal temperatuurverschil [K]
f Start de instelling van de circulatiepomp wanneer het tempe-
f
ratuurverschil tussen de aanvoer- en retourtemperatuur niet
meer wijzigt.
f Vergelijk het resulterende temperatuurverschil tussen aan-
f
voer en retour bij het toestel met de grafiek "Maximaal
temperatuurverschil aan verwarmingszijde met hydraulische
wissel of buffervaten".
f Stel de opvoerhoogte van de verwarmingscirculatiepomp op
f
een wijze in dat het voor de werking van de warmtepomp
vereiste verwarmingsdebiet is gewaarborgd (zie hoofdstuk
"Technische gegevens/gegevenstabel").
f Bij gebruik van het toestel voor de warmwaterbereiding
f
controleert u de instelling van de opvoerhoogte in het
warmwaterbedrijf.
f Pas de instelling van de opvoerhoogte van de verwarmings-
f
circulatiepomp eventueel aan.

10.6.3 Pompen met een zeer gering stroomverbruik gebruiken

Wanneer u een pomp met een zeer gering stroomverbruik als
verwarmingscirculatiepomp gebruikt, moet u het minimumdebiet
met behulp van het temperatuurverschil van het verwarmings-
systeem instellen.
f Stel de verwarmingscirculatiepomp in op ∆p-constant.
f
f Stel ∆p-constant in op de waarde waarop het maximale tem-
f
peratuurverschil van het verwarmingssysteem wordt bereikt.

10.6.4 Werkingsgebied voor de warmtepomp

Bij een buitentemperatuur onder de ingestelde onderste wer-
kingsgrens voor de koeling (parameter GRENS KOELEN) wordt de
warmtepomp uitgeschakeld.
www.stiebel-eltron.com
10
15
20
25
30

10.7 Condensaatafvoer

Voor de condensaatafvoer is een condensaatafvoerslang gemon-
teerd op de ontdooibak. De condensaatafvoerslang is bij levering
in de ruimte van het koelaggregaat opgeborgen.
f Let erop dat de condensaatafvoerslang niet wordt geknikt.
f
f Plaats de slang met een constant verval.
f
f Gebruik een passende condensaatpomp als het verval onvol-
f
doende is. Let op de bouwkundige omstandigheden.
f Controleer bij gebruik van een condensaatpomp of deze is
f
ontworpen voor een pompvermogen van 6 l/min.
10.7.1 Buitenopstelling
f Leid de condensaatafvoerslang omlaag door de uitbreekope-
f
ning "Doorvoer voedingsleiding" langs onder uit het toestel.
f Voer het condensaat af in een afvoerputje of laat dit in
f
een bed met grove kiezels insijpelen. Let op een vorstvrije
plaatsing.
10.7.2 Binnenopstelling
U kunt de condensaatafvoerslang links of rechts naar buiten uit
het toestel leiden door de uitbreekopening "Doorvoer condens-
aatafvoer" (zie hoofdstuk "Technische gegevens/afmetingen en
aansluitingen/binnenopstelling").
1
1 Uitbreekopening "Doorvoer condensaatafvoer"
f Breek de uitbreekopening "Doorvoer condensaatafvoer" met
f
een tang uit de linkerzijwand.
f Leid de condensaatafvoerslang links of rechts uit het toestel.
f
f Voer het condensaat naar een afvoer.
f
Als er een afvoerputje is voorzien, is het mogelijk het condensaat
door de "Doorvoer voedingsleiding" in de bodem van het toestel
naar onder af te voeren.
WPL E | WPL cool |
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wpl 18 eWpl 23 eWpl 13 coolWpl 18 coolWpl 23 cool

Inhoudsopgave