Onderhoud; Veiligheidstemperatuurbegrenzer Resetten - Stiebel Eltron WPL 13 E Handleiding Voor Bediening En Installatie
Lucht/water
Verberg thumbnails
Zie ook voor WPL 13 E:
- Handleiding voor bediening en installatie (32 pagina's) ,
- Handleiding voor bediening en installatie (44 pagina's) ,
- Handleiding voor bediening en installatie (41 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
INSTALLATIE
Onderhoud
16.2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer resetten
Als de temperatuur van het verwarmingswater hoger wordt dan
85 °C, wordt de elektrische nood-/bijkomende verwarming uit-
geschakeld.
1 Resettoets veiligheidstemperatuurbegrenzer
2 Elektrische nood-/bijkomende verwarming
f Los de storingsbron op.
f
f Reset de veiligheidstemperatuurbegrenzer opnieuw door op
f
de resettoets te drukken. Gebruik daarvoor eventueel een
spits voorwerp.
f Controleer of het verwarmingswater met voldoende debiet
f
wordt gecirculeerd.
16.3 Ventilatorlawaai
De warmtepomp onttrekt warmte aan de buitenlucht. Daardoor
wordt de buitenlucht afgekoeld. Bij buitentemperaturen van 0 °C
tot 8 °C kan de lucht onder het vriespunt afgekoeld worden. Als er
in deze toestand neerslag in de vorm van regen of nevel optreedt,
kan er ijs ontstaan op het luchtrooster, de ventilatorschoepen of
het luchtkanaal. Als de ventilator met dit ijs contact maakt, ont-
staat er lawaai.
Oplossing bij ritmisch krassende, malende geluiden:
f Controleer of de condensaatafvoer vrij is.
f
f Voer een handmatige ontdooiing uit, eventueel meerdere
f
keren, tot de ventilator weer vrij is.
f Bij buitentemperaturen boven + 1 °C schakelt u het toestel
f
gedurende 1 uur uit of naar noodwerking. Daarna moet het
ijs gesmolten zijn.
f Controleer of het toestel geïnstalleerd is overeenkomstig de
f
opstelvoorwaarden.
f Als het lawaai regelmatig optreedt, informeer dan de
f
serviceafdeling.
www.stiebel-eltron.com
17. Onderhoud
Als warmtehoeveelheidstellers ingebouwd zijn, moeten hun zeven
regelmatig worden gereinigd.
De verdamperlamellen, die na het afnemen van de zijwand aan
de condensorzijde toegankelijk zijn, moeten regelmatig van loof
en andere verontreinigingen worden bevrijd.
1
Controleer de werking van de condensaatafvoer. Verwijder even-
2
tueel vuil.
Wij adviseren jaarlijks een inspectie (controleren van de actuele
toestand) en, indien nodig, een onderhoudsbeurt (herstellen van
de ingestelde toestand) uit te voeren.
WPL E | WPL cool |
25
Advertenties
Inhoudsopgave
