INSTALLATIE
Elektrische aansluiting
1 Uitbreekopening "Doorvoer voedingsleiding"
f Leid de condensaatafvoerslang schuin door het gat van de
f
uitbreekopening "Doorvoer voedingsleiding".
f Borg de condensaatafvoerslang om ervoor te zorgen dat deze
f
niet verschuift.
f Voer het condensaat naar het afvoerputje.
f
10.8 Condensaatafvoer controleren
Controleer na het plaatsen van de condensaatafvoerslang of het
condensaat goed kan weglopen. Ga daarvoor als volgt te werk:
f Giet water op de verdamper, zodat dit in de ontdooibak
f
stroomt. Let op de maximale condensaatafvoer van 6 l/min.
f Controleer of het water via de condensaatafvoerslang wordt
f
afgevoerd.
10.9 Beschermingstemperatuursensor voor
vloerverwarming
Materiële schade
!
Om in geval van storingen eventuele schade door een
verhoogde voorlooptemperatuur in de vloerverwarming
te vermijden, adviseren we principieel het gebruik van
een beschermingstemperatuurregelaar voor begrenzing
van de systeemtemperatuur.
16
| WPL E | WPL cool
11. Elektrische aansluiting
Aanwijzing
Houd rekening met de bedienings- en installatiehandlei-
ding van de warmtepompmanager.
Aansluitwerkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden door
een erkende installateur conform deze handleiding!
De goedkeuring van het bevoegde energiebedrijf moet beschik-
1
baar zijn om het toestel te kunnen aansluiten.
11.1 Schakelkast
GEVAAR voor elektrische schok
Schakel het toestel voor aanvang van de werkzaamheden
spanningsvrij in de schakelkast.
Aanwijzing
De aansluitklemmen zitten in de schakelkast van het
toestel.
1 Schakelkast
f Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereidingen/
f
elektrische installatie" in acht.
f Trek de schakelkast uit de behuizing.
f
f Gebruik leidingen die voldoen aan de voorschriften.
f
f Controleer de goede werking van de trekbelemmeringen.
f
f Sluit de verwarmingscirculatiepomp in overeenstemming met
f
de planningsdocumenten aan op de warmtepompmanager.
1
www.stiebel-eltron.com