NEDERLANDS
Dit toestel wordt verkocht in
Frankrijk.
In overeenstemming met de
richtlijnen die gelden in dit land,
moet dit apparaat worden
geleverd met een speciaal
onderdeel (zie afbeelding). Dit
onderdeel is geplaatst in de
onderste lade van de koelkast
om de koudste zone aan te
geven.
Aanwijzingen en tips
Normale bedrijfsgeluiden:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens
de werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend geluid
als het koelmiddel door leidingen wordt
gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van de
compressor als het koelmiddel wordt
rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de
binnenkant van het apparaat
veroorzaakt door thermische uitzetting
(een natuurlijk en ongevaarlijk
natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de
thermostaat als de compressor aan of uit
gaat.
Tips voor energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open laten
staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is,
de thermostaatknop op een lage
temperatuur staat en het apparaat
volledig gevuld is, kan de compressor
continu aan staan waardoor er ijs op de
verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet
u de thermostaatknop naar een
warmere instelling om de koelkast
automatisch te laten ontdooien en zo
elektriciteitsverbruik te besparen.
Tips voor het koelen van vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• zet geen warm voedsel of verdampende
vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het
bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht
er vrijelijk omheen kan circuleren
Tips voor het koelen
Nuttige tips:
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen schap
leggen, boven de groentelade. Bewaar
vlees maximaal 1-2 dagen.
• Gekookte etenswaren, koude gerechten:
bedekken en op een schap leggen.
• Fruit en groeten: goed wassen en in een
speciale lade leggen. Bananen,
aardappelen, uien en knoflook moeten
als deze niet verpakt zijn niet in de
koelkast worden bewaard.
• Boter en kaas: in speciale luchtdichte
bakjes leggen of in aluminiumfolie of
plastic zakjes wikkelen om zoveel
mogelijk lucht uit te sluiten.
• Flessen: afsluiten met een dop en in de
deur plaatsen of (indien beschikbaar) in
het flessenrek.
37