5
Inbedrijfstelling
Risico op letsel door hoge infraroodstraling
Zet het gebied vóór de ontlaadinstallatie af met een straal van 5.5 m, zodat niemand
bij de installatie kan komen tijdens het ontladen.
Als alternatief kunt u een afscherming van doorschijnend materiaal gebruiken dat op
voldoende afstand wordt geplaatst, zoals bij lasboogplaatsen.
Risico op letsel door hoge lichtstraling
Zorg er tijdens het ontlaadproces voor dat mensen niet in de ontlaadlamp kunnen
kijken.
Brandgevaar
Zorg ervoor dat de volgende afstanden rond de ontlaadeenheid worden aangehou-
den waar zich geen ontvlambare of warmtegevoelige voorwerpen en stoffen mogen
bevinden:
– Voor de ontlaadeenheid: 1.5 m
– Aan de zijkant van de ontlaadeenheid: 0.5 m
– Boven de ontlaadeenheid: 1 m
De ontlader mag tijdens het gebruik niet op een brandbare ondergrond staan.
Voorwaarden
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Benodigde meet-
Gebruik een multimeter met een meetbereik van DC 0 V tot DC 1000 V om het ont-
apparatuur
laadproces te controleren.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
U hebt de applicatie buiten bedrijf gesteld:
– U hebt de eindtrappen van het apparaat geblokkeerd.
– U hebt de netterugvoeding van de voedingsmodule uitgeschakeld.
Als de ontlaadeenheid is opgeslagen bij een temperatuur onder de omgevingstem-
peratuur, laat de eenheid dan op omgevingstemperatuur komen om condensvor-
ming te voorkomen.
Verwijder vuil, stof en vocht van de ontlaadeenheid.
Laat de ontlaadeenheid afkoelen tot omgevingstemperatuur na een eventueel eer-
der ontlaadproces.
Laat de ontlaadeenheid 15 minuten afkoelen na een onvolledige ontlading.
Voer een visuele inspectie van het apparaat uit. Zet klachten uit.
Voer een inspectie uit van de lampen, het beschermglas en de ontlaadkabel. Zet
klachten uit.
U hebt de ontlaadkabel volledig afgerold.
U hebt de ontlaadeenheid met de ontlaadkabel correct aangesloten op de te ontla-
den energieopslag.
De aansluitingen voor de spanningsregeling mogen niet worden overbrugd. Verwij-
der eventueel aanwezige bruggen.
Technische handleiding – Ontlaadeenheid EKD-003
Inbedrijfstelling
5
13