4-4. Keuze van de trekkerfunctie
L10
L11
L12
P1
.
Controleer altijd de trekkerfunctie en
stel deze in. Als de trekkerfunctie niet
is gedefinieerd voor een lasproces,
selecteer dan de gewenste functie.
De trekkerfunctie kan voor handmatig
MIG-,
synergisch
MIG-,
pulserend MIG- en synergisch dubbel
pulserend
MIG-lassen
ingesteld dat deze kan worden gewijzigd
als er lasstroom aanwezig is bij de
lasconnectoren. Bij handmatig MIG-,
synergisch MIG-, synergisch pulserend
MIG- en synergisch dubbel pulserend
MIG-lassen wijzigt u de trekkerfunctie als
u op P1 drukt; de waarden van D1 en D2
veranderen echter niet.
Druk op P1 om de gewenste trekkerfunctie
te kiezen:
L10 AAN selecteert de trekkerfunctie 2x.
4-5. Selectie van het Setup-menu en het Memory-menu
OM-223 839 Pagina 16
Wanneer de trekker wordt ingedrukt,
begint het lassen.
Wanneer de trekker wordt losgelaten, stopt
het lassen.
L11 AAN selecteert de trekkerfunctie 4x.
synergisch
Wanneer de trekker wordt ingedrukt,
begint het lassen.
zo
worden
Wanneer de trekker wordt losgelaten, gaat
het lassen door.
Wanneer de trekker nogmaals wordt
ingedrukt en losgelaten, stopt het lassen.
L12 AAN selecteert de trekkerfunctie met
3 niveaus.
Wanneer de trekker wordt ingedrukt,
begint het lassen met de parameters van
niveau 1.
Wanneer de trekker wordt losgelaten, gaat
het lassen door met de hoofdparameters.
L13
L14
P2
Wanneer de trekker nogmaals wordt
ingedrukt, gaat het lassen door met de
parameters van niveau 2.
Wanneer de trekker nogmaals wordt
losgelaten, stopt het lassen.
Trekkerfunctie L12 is handig bij aluminium
en voor een kratervulsequentie.
Bij
handmatig
MIG-lassen
trekkerfunctie 2x en 4x worden gekozen.
Bij
synergisch
MIG-lassen
trekkerfunctie 2x, 4x en 3 niveaus worden
gekozen.
Bij synergisch pulserend MIG-lassen kan
de trekkerfunctie 2x, 4x en 3 niveaus
worden gekozen.
Bij
synergisch
dubbel
MIG-lassen kan de trekkerfunctie 2x, 4x en
3 niveaus worden gekozen.
L13 en L14 zijn over het algemeen UIT.
Met P2 selecteert u het Setup-menu en de
geavanceerde
programmering
MIG-lassen. De knop dient ook om
persoonlijke
lasparameters
MIG-lassen te onthouden en te beheren.
Druk op P2 om het Setup-menu te
selecteren. L13 is AAN.
Druk
nogmaals
op
P2
Memory-menu te selecteren. L14 is AAN.
Druk nogmaals op P2 om het Setup-menu
en het Memory-menu te verlaten. L13 en
L14 zijn UIT.
Om de procedures van het Setup-menu
en/of het Memory-menu te voltooien, moet
u deze menu's verlaten. L13 en L14
moeten uit zijn.
.
In
het
Setup-menu
Memory-menu kunt u niet lassen. Dit
voorkomt fouten in de lasparameters
en in de opgeslagen lasparameters.
kan
de
kan
de
pulserend
van
bij
om
het
en
het