Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Apparaat Inschakelen En De Fabrieksinstellingen Weer Oproepen; Keuze Van Het Lasproces - Miller XMS 44 Handleiding

Draadaanvoerkoffer
Inhoudsopgave

Advertenties

4-2. Het apparaat inschakelen en de fabrieksinstellingen weer oproepen

Installeer de voeding en de draadtoevoer
conform de meegeleverde handleidingen.
Schakel de voeding voor het lassen in.
Op display D1 en D2 is de softwareversie
van de draadtoevoer te zien. Het lassys-
teem is gereed om te gaan lassen met de
fabrieksinstellingen of de waarden en pa-
rameters van de laatste lasactiviteit.
Bij vuldraadlassen of TIG-lassen komt er
stroom op de draadtoevoer maar werkt
deze niet. Op display D1 en D2 staan lig-

4-3. Keuze van het lasproces

L6
L7
L8
L9
De keuze voor MIG-lassen wordt gemaakt
op de voedingsbron. De draadtoevoer
toont het gekozen lasproces met vier
LED's.
De waarden en parameters die op D1 en
D2
verschijnen,
zijn
fabrieksinstellingen ofwel
instellingen die zijn ingevoerd voor het
gekozen proces.
Keuze L6 is handmatig MIG-lassen. Zie
hoofdstuk 4-9.
De waarde D1 is de lasspanning; de
standaardwaarde is 18,5 volt (het bereik is
10 tot 50 volt).
De waarde D2 is de snelheid van de
draadtoevoer; de standaardwaarde is
5 m/min (het bereik is 1 m/min tot
20 m/min).
Keuze L7 is synergisch MIG-lassen
(niet-pulserend). Zie hoofdstuk 4-10.
gende streepjes. Bij MIG-lassen is de
draadtoevoer altijd aan. Op display D1 en
D2 zijn de ingestelde spanning en de
draadsnelheid (of de bijbehorende param-
eters) te zien, alsmede de gemeten las-
spanning en -stroom tijdens het lassen.
De fabrieksinstellingen weer oproepen:
.
Voordat u deze procedure uitvoert,
moet u eerst alle parameters opschrij-
ven die weer moeten worden hersteld.
De
waarde
standaardinstelling is 0,0 T (het bereik is
−5,0 T tot 5,0 T).
De waarde D2 is de toevoersnelheid van
de lasdraad (van de minimum tot de maxi-
mum waarde op basis van de selectie van
ofwel
de
de laskromme).
de
laatste
.
Wanneer L7 knippert, wordt het
materiaal in de boog gebracht middels
grote druppels (globulair), hetgeen
resulteert in aanzienlijk spatten. Dit is
het gevolg van de keuze van een
combinatie
materiaal, draad, gas, spanning en
stroom. Om een dergelijke situatie te
voorkomen, wordt aangeraden om
synergisch gepulseerd MIG te lassen
met
dezelfde
parameters. Als L7 continu aan is (niet
knippert), is de materiaalaanvoer óf
kortgesloten (korte boog) of middels
kleine
D1
is
trim,
de
van
een
specifiek
combinatie
van
druppels
(spray).
Beide
Schakel de voeding uit en dan weer in.
Druk onmiddellijk op draadtoevoer P1 en
P3. Laat P1 en P3 los als MEM CLR op D1
en D2 verschijnt. Schakel de voeding uit
als DON op D1 verschijnt. Alle parameters
worden nu weer op de fabrieksinstelling
gezet als u de volgende keer het systeem
aanzet.
MIG-lasprocessen zorgen voor een
stabiele boog en minimaal spatten.
Keuze L8 is synergisch gepulseerd
MIG-lassen. Zie hoofdstuk 4-12.
De
waarde
D1
is
trim,
standaardinstelling is 0,0 T (het bereik is
−5,0 tot 5,0).
De waarde D2 is de toevoersnelheid van
de lasdraad (van de minimum tot de
maximum waarde op basis van de selectie
van de laskromme).
Keuze L9 is synergisch gepulseerd
MIG-lassen. Zie hoofdstuk 4-12.
De
waarde
D1
is
trim,
standaardinstelling is 0,0 (het bereik is −5
tot 5).
De waarde D2 is de toevoersnelheid van
de lasdraad (van de minimum tot de
maximum waarde op basis van de selectie
van de laskromme).
OM-223 839 Pagina 15
de
de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave