Programmering
Sp' uitgang GX21 module 1, 2
(7341,7416)
Functie ingang EX21 moduul
1/2
(7342,7417)
Functie uitgang UX21/22 mo-
dule 1/2
(7348, 7355, 7423, 7430)
124
- Bedrijfsniveau tapw /verwarm.circ's: Het bedrijfsniveau kan via een extern scha-
kelprogramma met een contact ingesteld worden ( extern tijdschakelprogram-
ma ).
- Ruimtethermostaat verwarm.circ's: Met deze ingang kan men instellen dat de
verwarmingscircuit met een ruimtethermostaat uitgevoerd wordt.
Opmerking: De snelle afkoeling moet voor de desbetreffende verwarmingscircuits
uitgeschakeld worden.
- Impulsteller: door contacten aan de ingang kunnen laagfrequentie impulsen bijv.
doorstroommetingen uitgevoerd worden.
- I: Een debietopnemer kan aangesloten worden die de doorstroming aangeeft
met een frequentie.
- Gebruikers vrg VKx 10V: De externe toepassing geeft een spanningssignaal (DC
0...10 V) als warmtevraag. De lineaire karakteristiek wordt via 2 vaste punten
( spanningswaarde 1/functiewaarde 1 en spanningswaarde 2/functiewaarde 2
gedefinieerd. ( enkel geldig voor H1 ).
Legt de uitgangsspanning voor bijv. actieve opnemers vast.
- Geen: Geen functie.
- Teller 1. brandertrap: de tellerwaarden (draaiuren en starten) voor de eerste
brandertrap worden aan de hand van het signaal op ingang EX21 geteld. Is de
functie niet ingesteld dan worden de tellerwaarden op basis van de relaisstatus
K5 geteld.
- Opwekkerblokkering: Blokkering van de ketel bij gesloten contact op EX21.
- Fout-/alarmmelding: Sluiten van de ingang EX21 bewerkstelligt een interne sto-
ringsmelding in de regelaar, die ook via een als alarmuitgang geprogrammeer-
de relaisuitgang of in het afstandsmanagementsysteem gemeld wordt.
- Overtemp afvoer: Een actieve overtemperatuur afname laat toe om bv. externe
verbruikers ( verwarmingsgroep, warm water tank, verwarmingscircuitpomp)
met een startsignaal te laten starten en de overtemperatuur af te voeren.
Spannings- of PWM-gemoduleerde uitgang voor de toerentalregeling van pom-
pen of voor temperatuur- en/of vermogensvragen.
- Geen: Geen functie.
- Ketelpomp Q1: de aangesloten pomp dient voor circulatie van het ketelwater.
- Tapw pomp: corrigerend orgaan voor tapwaterreservoir.
- Tapw pomp tussencircuit Q33: aansturing van een laadpomp bij tapwater-reser-
voir met buiten liggende warmtewisselaar.
- Verwarmingscircuitpompen HK's: activering van de pompverwarmingscircuits
VG1-VG3.
- Collectorpomp: Aansturing van een circulatiepomp bij het gebruik van een solar-
collector
- Solarpomp ext. wiss K9: voor de externe warmtewisselaar moet hier de solar-
pomp ext.wisselaar K9 ingesteld zijn.
- Solarpomp buffer K8: zijn meerdere wisselaars aangekoppeld, dan moet het buf-
ferreservoir op de overeenkomstige relaisuitgang ingesteld en de aard van het
corrigerend orgaan onder prog.-nr. 5840 vastgelegd worden.
- Solarpomp zwembad K18: zijn meerdere wisselaars aangekoppeld, dan moet het
zwembad op de overeenkomstige uitgang ingesteld en de aard van het corrige-
rend orgaan in prog.-nr. 5840 vastgelegd worden.
- Vaste brandstofketelpomp Q10: Aansluiting van een omlooppomp voor het ke-
telcircuit bij gebruik van ketels met vaste brandstof.
Condenserende stookolieketel NovoCondens BOB 20/25
7310616-01 10.13