Pomp modulatie
(2320)
Min pomptoerental
(2322)
Max pomptoerental
(2323)
Nominale belasting
(2330)
Basis belastingstrap
(2331)
Volgorde strategie
(3510)
Vrijg integr opw volgorde
(3530)
7310616-01 10.13
- Geen: de functie is uitgeschakeld.
- Behoefte: De aansturing van de ketelpomp gebeurt met de
snelheid voor tapwaterpomp of op de snelheid van de pomp
voor verwarming voor maximaal 3 verwarmingskringen.
Het berekende toertal voor verwarming 2 en 3 wordt uitge-
voerd, wanneer deze afhankelijk zijn van een omschakelven-
tiel. (Parameter Sturing Ketelpomp/tapwater omschakelventiel).
- Gew wrde ketel: De ketelpomp moduleert zijn toerental zodat
de gewenste waarde voor tapwater of bufferboiler van de ver-
trekwatertemperatuur behaald wordt. Het toerental zal bin-
nen zijn grenzen worden aangepast totdat de ketel zijn beno-
digd vermogen en warmte kan afgeven.
- Temperatuurslag nominaal: De ketelpomp wordt geregeld vol-
gens de gevraagde keteltemperatuur.
De regeling stuurt het toerental op zo een manier dat er een
correct verschil wordt behouden tussen vertrek - en retourtem-
peratuur.
Als de vraag hoger is dan standaard wordt het toerental ver-
hoogt, omgekeerd wordt het toerental verlaagd.
- Brandervermogen: Wordt de ketel gebruikt met een lager ver-
mogen dan zal ook het toerental van de pomp lager zijn. Bij
groter vermogen zal het toerental van de pomp hoger zijn.
Voor de modulerende pomp kan het toepassingsbereik in pro-
centen worden weergegeven. De sturing zet de procenten om in
een toerental.
De waarde "0%" komt overeen met het minimale toerental.
Met de maximale waarde kan het pomptoerental en ook de
maximale vermogensafgifte gelimiteerd worden.
De instelling van Prog.-Nr. 2330 en Prog.-Nr. 2331 is noodzakelijk bij cascade op-
stellingen met ketels van een verschillend vermogen. De waarden worden door
de cascaderegelaar opgevraagd.
8.4.11 Cascade
Rekening houdend met de ingegeven vermogensbanden worden de ketels in - en
uitgeschakeld volgens de cascade strategie. Om de werking van de vermogens-
banden uit te schakelen moeten de grenswaarden op 0% en 100% en de casca-
destrategie op laat in, laat uit ingesteld worden.
- Laat in, vroeg uit: Bijkomende ketel wordt zo laat als mogelijk ingeschakeld
( vermogensband max) en zo vroeg mogelijk terug uitgeschakeld ( vermogens-
band max ). Dit wil zeggen zo weinig mogelijk ketels in bedrijf en korte wer-
kingstijden voor de bijkomende ketel.
- Laat in, laat uit: Bijkomende ketel wordt zo laat als mogelijk ingeschakeld ( ver-
mogensband max) en zo laat mogelijk terug uitgeschakeld ( vermogensband
Min ). Zo weinig mogelijk schakelmomenten voor de ketels.
- Vroeg in, laat uit: Bijkomende ketel wordt zo vroeg als mogelijk ingeschakeld
( vermogensband Min) en zo laat mogelijk terug uitgeschakeld ( vermogens-
band Min ). Mogelijk verschillende ketels in werking en lange looptijden voor de
bijkomende ketels.
Een uit het verloop van de temperatuur en de tijd gevormde grootheid. Bij over-
schrijding van de ingestelde grenswaarde wordt de volgketel ingeschakeld.
Condenserende stookolieketel NovoCondens BOB 20/25
Programmering
101