7310616-01 10.13
- Bypass pomp Q12: de aangesloten pomp dient als ketel-bypasspomp, die voor
het op peil houden van de ketel-retour gebruikt wordt.
- Alarmuitgang K10: Bij het optreden van een fout wordt deze met het alarmrelais
gesignaleerd. Het sluiten van het contact gaat samen met het onder prog.-nr
6612 ingesteld tijdsverloop. Als er geen foutmelding meer actief is, opent het
contact zonder vertraging.
Opmerking: Het alarmrelais kan worden teruggezet, zonder dat de storing werd
verholpen (zie prog. nr. 6710). Het alarmrelais kan ook kortstondig, door een mel-
ding die bijv. in opnieuw opstarten resulteert, sluiten.
- Verw circ pomp HK3/Q20: Activering van de pompverwarmingscircuit HK3.
- Boosterpomp Q14: Aansluiting van een boosterpomp.
- opwekkingsblokkadeventiel Y4: Aansluiting van een omschakelventiel voor het
hydraulische afkoppelen van de warmteopwekker van de rest van het verwar-
mingsinstallatie.
- Vaste brandstof ketelpomp Q10: Aansluiting van een omlooppomp voor het ke-
telcircuit bij gebruik van ketels met vaste brandstof.
- Tijdprogramma 5 K13: het relais wordt volgens de instellingen door het tijdpro-
gramma 5 gestuurd.
- Bufferretourklep Y15: dit ventiel moet voor retourtemperatuurverhoging / - af-
koeling of een deellading van een bufferreservoir geconfigureerd worden.
- Solarpomp ext. wiss K9:voor de externe warmtewisselaar moet hier de solar-
pomp ext.wisselaar K9 ingesteld zijn.
- Solar corrigerend orgaan buffer K8: zijn meerdere wisselaars aangekoppeld, dan
moet het bufferreservoir op de overeenkomstige relaisuitgang ingesteld en de
aard van het corrigerend orgaan onder prog.-nr. 5840 vastgelegd worden.
- Solar corrigerend orgaan zwembad K18: zijn meerdere wisselaars aangekoppeld,
dan moet het zwembad op de overeenkomstige relaisuitgang ingesteld en de
aard van het corrigerend orgaan in prog.-nr. 5840 vastgelegd worden.
- Zwembadpomp Q19: Aansluiting van een zwembadpomp aan de ingang Q19.
- Uitlaatgasrelais K17: wanneer de uitlaatgastemperatuur de in de bedieningsre-
gel onder het prog.-nr. 7053 ingestelde waarde overschrijdt, wordt het relais K17
gesloten.
- Reservoir omlaadpomp Q11: het tapwaterreservoir kan door het bufferreservoir
geladen worden, voor zover het warm genoeg is. Deze omlading geschiedt met
omlaadpomp Q11.
- Tapw mengpomp Q35: aparte pomp voor de reservoir-circulatie tijdens actieve
legionellafunctie.
- Tapw tussencircuitpomp Q33: laadpomp bij tapwater-reservoir met buiten lig-
gende warmtewisselaar.
- Warmtevraag K27: zodra in het systeem een warmtevraag is, wordt de uitgang
K27 geactiveerd.
- Verw circ pomp verw.circ1/verw.circ2: het relais wordt voor het aansturen van de
verwarmingscircuitpomp Q2/Q6 gebruikt.
- Tapw corrigerend orgaan Q3: steeds naargelang hydrauliek een aangesloten tap-
water-laadpomp of omkeerventiel.
- Oververhittings beveilig K11: het relais schakelt de verwarmingscircuitpomp in
en uit om het pompverwarmingscircuit tegen oververhitting te beschermen
Condenserende stookolieketel NovoCondens BOB 20/25
Programmering
121