Opnemertype collector
(6097)
Correctie collectoropnemer
(6098)
Correctie buitentemp opn
(6100)
Gebouwtijdconstante
(6110)
Centrale gew wrde beïnvl
(6117)
Vorstbev installatie
(6120)
Opnemer opslaan
(6200)
Resetten parameter
(6205)
Controle nr opwekker/reservoir/ verw circuit
(6212, 6213, 6215, 6217)
7310616-01 10.13
Keuze van het gebruikte opnemertype voor de meting van de col-
lectortemperatuur.
Instelling van een correctiewaarde voor de collectoropnemer.
Instelling van een correctiewaarde voor de buitenopnemer.
Door de hier ingestelde waarde wordt de reactiesnelheid van de aanvoerstreef-
waarde bij schommelende buitentemperaturen beïnvloed afhankelijk van de con-
structie van het gebouw.
Voorbeeld waarden (zie ook Geoptimaliseerd uit prog.-nr. 780, ... ):
- 40 voor gebouwen met dikke muren of met een buitenisolatie.
- 20 voor gebouwen van normale constructie.
- 10 voor gebouwen van lichte constructie.
De centrale richtwaardestrategie past de warmtebron streefwaarde aan aan de
noodzakelijk gewenste vertrekwatertemperatuur. Met deze instelling wordt de
maximale correctie begrengs ook wanneer een grotere aanpassing noodzakelijk
is.
De verwarmingscircuitpomp wordt zonder warmtevraag afhan-
kelijk van de buitentemperatuur geactiveerd. Als de buitentem-
peratuur de onderste grenswaarde van -4°C bereikt, wordt de
verwarmingscircuitpomp geactiveerd. Als de buitentemperatuur
tussen -5°C en +1,5°C ligt, wordt de pomp om de 6 uur geduren-
de 10 min geactiveerd. Bij het bereiken van de bovenste grens-
waarde van 1,5°C wordt de pomp uitgeschakeld.
Toestand van de voelers kunnen geregistreerd worden in prog. no. 6200. Dit ge-
beurt automatisch; na een wijziging van de verwarmingsinstallatie (verwijdering
van een voeler) moet de toestand van de opnemers echter opnieuw opgeslagen
worden.
De fabrieksinstelling van de regeling wordt geschreven in de re-
geling.
Opgelet! De parameters van de regeling worden overschreven! De fabrieksinstel-
ling wordt opgeslagen in de regeling.
- Activatie prog. nr. NICHT GUELTIG 6205:
De regeling wordt teruggebracht naar fabrieksinstelling.
Voor de identificatie van het installatieschema maakt het basis-
apparaat een controlenummer aan dat bestaat uit de nummers
opgenomen in de hierna volgende tabel Tab. 9 (Pagina 116)
Condenserende stookolieketel NovoCondens BOB 20/25
Programmering
115