Temp verschil AAN Bufferre-
servoir
(3813)
Temp verschil UIT Bufferreser-
voir
(3814)
Min. laadtemp opslagtank
(3815)
dT IN zwembad
(3816)
dT UIT zwembad
(3817)
Relatieve laadtijd prio
(3825)
Wachttijd relatieve prio
(3826)
Wachttijd parallelbedrijf
(3827)
Vertraging secundaire pomp
(3828)
Collectorstartfunctie
(3830)
Min. looptijd collectorpomp
(3831)
Collectorstartfunctie IN
(3832)
Collectorstartfunctie UIT
(3833)
Gradient collector startfunc
(3834)
Vorstbev collector
(3840)
7310616-01 10.13
Met deze functies wordt het in- resp. uitschakelpunt van de collectorpomp vast-
gelegd. Grondslag is het temperatuurverschil tussen collectortemperatuur en re-
servoirtemperatuur van de bufferreservoir.
Naast het temperatuurverschil is het bereiken van een bepaalde minimale collec-
tortemperatuur voor de bufferreservoir-laadprocedure noodzakelijk.
Bij over- resp. onderschrijden van het verschil tussen solarcollectortemperatuur
en zwembadtemperatuur wordt de solarpomp in- resp. uitgeschakeld.
Kan het reservoir niet met prioriteit conform de laadregeling geladen worden,
dan wordt gedurende de hier ingestelde tijd de prioriteit aan het eerstvolgende
reservoir of het zwembad gegeven.
Met de hier ingestelde tijd wordt de afgifte van de prioriteit vertraagd.
Bij voldoende solarvermogen is bij gebruik van solarlaadpompen een parallel be-
drijf mogelijk. Daarbij kan naast het actueel geladen reservoir het in de prioriteit-
volgorde eerstvolgende reservoir parallel meegeladen worden. Door de hier inge-
stelde waarde kan het bijschakelen van het reservoir bij parallelbedrijf vertraagd
en gerangschikt worden.
Om te zorgen dat eventueel aanwezig koud water eerst door de pomp in het pri-
maire circuit gespoeld kan worden, kan het bedrijf van de secundaire pomp van
de warmtewisselaar vertraagd worden.
Wanneer de temperatuur op de collector bij uitgeschakelde pomp niet correct ge-
meten kan worden (bijv. bij vacuümbuizen), is een periodiek inschakelen van de
pomp mogelijk.
De temperatuuren op de bepaalde collectoren kan bij uitgeschakelde pomp niet
correct gemeten worden. Daarom moet de pomp van tijd tot tijd ingeschakeld
worden.
De collectorpomp wordt periodiek voor de hier ingestelde looptijd ingeschakeld.
Het uur waarop de collectostartfunctie start en eindigt wordt hier ingesteld.
Zodra op de collectorvoeler een temperatuurstijging plaats vindt, wordt de collec-
torpomp ingeschakeld. Hoe hoger de hier ingestelde waarde is, des te groter moet
de temperatuurstijging zijn.
Om bevriezing van de collector te voorkomen, wordt de collectorpomp bij vor-
stgevaar geactiveerd.
Condenserende stookolieketel NovoCondens BOB 20/25
Programmering
103