Inhoudsopgave
Advertenties
Retouromleiding
(4790 tot 4795)
Werkrichting retouromleiding
(4796)
Doorlading
(4810)
Min doorlading temp
(4811)
Doorlading opnemer
(4813)
Lading
(5010)
7310616-01 10.13
Bij overeenkomstig temperatuurverschil tussen de retourvoeler B73 en de selec-
teerbare vergelijkingstemperatuur wordt de retour door het onderste bufferreser-
voirdeel omgeleid. De functie kan of als retourtemperatuur-stijging of als retour-
temperatuur-daling gebruikt worden. De werkwijze wordt in prog.-nr. 4796 vast-
gelegd.
Door het vastleggen van de temperatuurverschillen in prog.-nr. 4790 en 4791
worden het in- en uitschakelpunt van de retouromleiding vastgelegd.
In prog.-nr. 4795 wordt de bufferreservoirvoeler geselecteerd, die de waarde voor
de vergelijking met de retourtemperatuur levert, om m.b.v. de ingestelde tempe-
ratuurverschillen de retouromleiding te schakelen.
Opmerking: Voor de activering van de retouromleiding moeten bovendien de re-
laisuitgang QX1, QX2, QX3 (prog.-nr. 5890-5892) voor het bufferomleidventiel Y15
en de opnemeringang BX1, BX2, BX3 (prog.-nr. 5930-5932) voor de gezamenlijke
retouropnemer B73 geconfigureerd worden.
De functie kan of als retourtemperatuur-stijging of als retourtemperatuur-daling
gebruikt worden.
Temperatuurdaling: indien de retourtemperatuur van de verbruikers hoger is dan
de temperatuur op de geselecteerde voeler (progr.nr. 4795), kan met de retour
van het onderste reservoirgedeelte voorverwarmd worden. De retourtemperatuur
daalt daardoor nog verder, wat bijv. bij een gasketel tot een hogere werkings-
graad leidt.
Temperatuurstijging: indien de retourtemperatuur van de verbruikers lager is dan
de temperatuur op de geselecteerde voeler (prog.-nr. 4795), kan de retour door
omleiden via het onderste reservoirgedeelte voorverwarmd worden. Daarmee
kan bijv. een retourvoorverwarming gerealiseerd worden.
De functie doorlading maakt het mogelijk dat vrijgegeven opwekkers ondanks au-
tomatische opwekkerblokkering pas uitschakelen, wanneer het bufferreservoir
doorgeladen is. Bij actieve functie worden de voor de doorladingsfunctie gepara-
metreerde opwekkers pas uitgeschakeld wanneer de doorlaadstreefwaarde be-
reikt is of de ketel vanwege de branderregeling uitgeschakeld moeten worden.
Uit: De doorlaadfunctie is uitgeschakeld.
Verwarmingsbedrijf: De doorlading wordt actief wanneer de automatische op-
wekkerblokkering bij een geldige warmtevraag vanwege de buffertemperatuur
de opwekkers blokkeert. Bereikt het bufferreservoir op de voor de doorlaadfunctie
geparametreerde opnemer de vereiste temperatuur, dan wordt de functie beëin-
digd.
Altijd: De doorlading wordt actief wanneer de automatische opwekkerblokkering
bij een geldige warmtevraag vanwege de buffertemperatuur de opwekkers blok-
keert of de warmtevraag ongeldig wordt. Bereikt het bufferreservoir op de voor
de doorlaadfunctie geparametreerde opnemer de vereiste temperatuur, dan
wordt de functie beëindigd.
Het bufferreservoir wordt minimaal tot de ingestelde waarde geladen.
Met B4: Voor de doorlaadfunctie wordt de bufferreservoiropnemer B4 in aanmer-
king genomen.
Met B42/B41: Voor de doorlaadfunctie wordt de bufferreservoiropnemer B42, in-
dien niet aanwezig bufferreservoiropnemer B41 in aanmerking genomen.
8.4.15 Tapwaterbuffer
Hier wordt ingesteld, of het laden van het tapwater-reservoir één keer of meerde-
re keren per dag dient te worden uitgevoerd.
Condenserende stookolieketel NovoCondens BOB 20/25
Programmering
107
Advertenties
Inhoudsopgave
