Inhoudsopgave
Advertenties
Programmering
Vrijgave boven buitentemp
(2204)
Doorladen bufferreservoir
(2208)
Min gew waarde
(2210)
Max gew waarde
(2212)
Pomp nadraaitijd
(2250)
Min streefwaarde retourtemp
(2270)
Temperatuurslag Max
(2316)
Temperatuursprong nominaal waarde
(2317)
100
De verwarmingsketel wordt alleen in bedrijf genomen wanneer de gemengde
buitentemperatuur boven de hier ingestelde drempel ligt. De schakeldifferentie
bedraagt 0,5 °C.
Onder prog.-nr. 4810 (doorladen bufferreservoir) wordt geselecteerd of en wan-
neer het bufferreservoir ondanks automatische opwekkingsblokkade doorgela-
den wordt. Onder prog.-nr. 2203 wordt ingesteld of de verwarmingsketel aan het
doorladen deelneemt of niet.
- Uit: de verwarmingsketel neemt niet aan het doorladen van het bufferreservoir
deel.
- Aan: de verwarmingsketel neemt wel aan het doorladen van het bufferreser-
voir deel.
Ter beveiliging, kan de minimale keteltemperatuur beperkt worden via de mini-
male inselling (prog. no. 2210) en naar het maximum via de maximale instelling
(prog. no. 2212).
De nadraaitijd van de pompen wordt gestuurd.
De regelaar verhindert door bijmengen van de aanvoer, dat de retourlooptempe-
ratuur onder de hier ingestelde waarde komt.
De begrenzing van de temperatuursprong is enkel mogelijk wan-
neer een ketelretourtemperatuur beschikbaar is.
Opgelet! De begrenzing van de temperatuursprong kan enkel worden uitgevoerd
wanneer een modulerende verwarmingscircuitpomp geconfigureerd is, wanneer
prog-nr. 6085 (PWM-uitgang P1) een verwarmingscircuitpomp is toegekend.
Als temperatuursprong wordt de spreiding tussen ketelaanvoer -
en ketelretourtemperatuur aangeduid.
Bij werking van een modulerende pomp wordt de temperatuur-
sprong met deze parameter begrensd.
Condenserende stookolieketel NovoCondens BOB 20/25
7310616-01 10.13
Advertenties
Inhoudsopgave
