b) Het toegestane toerental van het opzetge-
reedschap moet minstens even hoog zijn als
het maximale toerental dat op het elektrische
gereedschap is vermeld. Accessoires die snel-
ler draaien dan toegestaan, kunnen breken en
wegslingeren.
c) Houd er rekening mee dat staalborstels ook
tijdens het gewone gebruik stukken staal-
draad verliezen. Overbelast de draden niet
door een te hoge aandrukkracht. Wegvlie-
gende stukken draad kunnen zeer gemakkelijk
door dunne kleding en/of de huid dringen.
d) Slijp nooit op de zijvlakken van de slijpschijf.
Bij slijpen op de zijvlakken kan de slijpschijf bar-
sten en uit elkaar vliegen.
■
Controleer voor elk gebruik of de slijp-
schijven vrij zijn van gebreken. Voer ook een
geluidstest uit om scheuren en barsten op te
sporen. Tik hiervoor met een niet-metalen hamer
zacht op de schijf, rechts en links van de
verticale middellijn. Het zachte aantikken zou
een helder "klokgeluid" moeten produceren.
Gebruik de schijf niet als het geluid dof is.
■
Vervang de slijpschijf als de vonkbeveiliging
niet meer op de vereiste afstand van max. 2
mm van de slijpschijf kan worden ingesteld.
■
Gebruik het elektrisch gereedschap alleen
met opzetgereedschap dat op beide spillen
is gemonteerd. Dit voorkomt contact met de
draaiende as.
■
Gebruik de beschermkap, de werkstuk-opleg-
vlakken, het veiligheidsglas en de vonkdeflector
altijd op de manier die het opzetgereedschap
vereist.
■
Vervang beschadigde of zwaar doorgroefde
slijpschijven.
■
Til de tafelslijpmachine bij transport op aan de
behuizing of aan de beide beschermkappen.
■
Stel de werkstuk-oplegvlakken zo in dat de
hoek tussen het werkstuk-oplegvlak en het
opzetgereedschap altijd groter is dan 85°.
PDFW 120 A2
Veiligheidsvoorschriften voor alle
toepassingen
Gemeenschappelijke veiligheidsvoorschriften
voor slijpen, schuren, werkzaamheden met
staalborstels, polijsten, frezen of doorslijpen
a) Dit elektrische gereedschap moet worden
gebruikt als slijper, schuurmachine, staalbor-
stel, polijstgereedschap, frees of doorslijp-
machine. Neem alle veiligheidsvoorschriften,
aanwijzingen, afbeeldingen en gegevens
in acht die bij het apparaat worden meege-
leverd. Als u de volgende aanwijzingen niet
opvolgt, kan dit een elektrische schok, brand
en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.
b) Gebruik geen accessoires die niet speciaal
door de fabrikant voor dit elektrische gereed-
schap zijn voorzien en aanbevolen. Het feit
dat accessoires op uw elektrische gereedschap
kunnen worden bevestigd, garandeert nog
geen veilig gebruik.
c) Het toegelaten toerental van het opzetge-
reedschap moet minstens even hoog zijn als
het maximale toerental dat op het elektrische
gereedschap is vermeld. Accessoires die snel-
ler draaien dan toegestaan, kunnen breken,
waarbij brokstukken worden weggeslingerd.
d) Buitendiameter en dikte van het opzetgereed-
schap moeten overeenkomen met de afmetin-
gen van uw elektrische gereedschap.
Verkeerd bemeten hulpstukken kunnen niet vol-
doende worden afgeschermd of gecontroleerd.
e) Slijpschijven, slijprollen en andere accessoires
moeten precies op de slijpspil van uw elektri-
sche gereedschap passen. Slijpschijven die niet
precies in de houder van het elektrische gereed-
schap passen, draaien ongelijkmatig, trillen hevig
en kunnen leiden tot een verlies aan controle.
f) Op een stift gemonteerde schijven, slijpcilin-
ders, snijgereedschappen of andere acces-
soires moeten volledig in de spantang of de
spankop worden geplaatst. De "overstand"
resp. het vrijliggende deel van de stift tussen
het slijplichaam en de spantang of spankop
moet minimaal zijn. Als de stift niet voldoende
wordt gespannen of als het slijplichaam te ver
vooruit steekt, kan het opzetgereedschap losko-
men en met hoge snelheid worden uitgeworpen.
NL │ BE
│
47
■