Verander de afstand tussen de camera en het onderwerp niet wanneer de scherpstelling
is vergrendeld. Als het onderwerp beweegt, stelt u opnieuw scherp met de nieuwe
afstand.
h
A
Continustand (p. 65)
Gebruik de knop AE-L/AF-L om de scherpstelling in de continustand te vergrendelen.
A
Zie ook
Persoonlijke instelling f4 (AE-L/AF-L knop toewijzen; p. 200) bepaalt de werking van de knop AE-L/
AF-L.
58