e3: Instellicht
Als Aan is geselecteerd wanneeer de camera wordt gebruikt in combinatie met de
ingebouwde flitser of een optionele SB-900, SB-800, SB-600 of SB-R200 flitser, wordt een
instellicht afgegeven wanneer de knop voor scherptedieptevoorbeeld op de camera
wordt ingedrukt (p. 82). De standaardinstelling is Uit. Deze optie is alleen beschikbaar in
de standen P, S, A en M.
e4: Inst. voor auto bracketing
Kies de instelling of instellingen die worden gewijzigd wanneer auto bracketing wordt
toegepast (alleen voor de standen P, S, A en M ). Kies AE & flits (j, standaardinstelling) als
u zowel belichtings- als flitsbracketing wilt toepassen (p. 92), Alleen AE (k) als u alleen
belichtingsbracketing wilt toepassen, Alleen flits (l) als u alleen flitsbracketing wilt
toepassen, Witbalansbracketing (m) als u witbalansbracketing wilt toepassen (zie het
hieronder) of ADL-bracketing als u één foto wilt maken met Actieve D-Lighting en één
zonder Actieve D-Lighting (p. 193).
❚❚ Witbalansbracketing
1
Selecteer witbalansbracketing.
Selecteer Witbalansbracketing voor persoonlijke instelling
e4 (Inst. voor auto bracketing). Witbalansbracketing is niet
beschikbaar bij de beeldkwaliteitsinstellingen NEF (RAW) en
NEF (RAW) + JPEG.
2
Selecteer het aantal opnamen.
Houd de D-knop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf om het aantal
opnamen in de bracketingserie te kiezen. Het aantal opnamen wordt weergegeven
in het lcd-venster.
D knop
Bij andere instellingen dan nul worden het pictogram W en de aanduiding voor
witbalansbracketing weergegeven in het lcd-venster.
Hoofdinstelschijf
Aantal opnamen
Bracketing
voortgangs-
aanduiding
Lcd-venster
Zoeker
L
191