Eigen beeldinstellingen maken
De beeldinstellingen die door Nikon vooraf zijn geïnstalleerd, kunnen worden aangepast
en als eigen beeldinstellingen worden opgeslagen.
1
Selecteer Beeldinstelling beheren.
Markeer in het opnamemenu (p. 165)
Beeldinstelling beheren en druk op 2.
2
Selecteer Opslaan/bewerken.
Markeer Opslaan/bewerken en druk op 2.
3
Selecteer een beeldinstelling.
Markeer een bestaande beeldinstelling en druk op
2 of druk op J om verder te gaan met stap 5 en
een kopie van de gemarkeerde beeldinstelling op
te slaan zonder deze te wijzigen.
4
Bewerk de geselecteerde beeldinstelling.
Zie pagina 111 voor meer informatie. Als u
wijzigingen ongedaan wilt maken en opnieuw wilt
beginnen, drukt u op de knop O. Wanneer de
instellingen zijn voltooid, drukt u op J.
5
Selecteer een bestemming.
Kies een bestemming voor de eigen
beeldinstelling (C-1 – C-9) en druk op 2.
t
113