a: Autofocus
a1: AF-veldstand
Deze optie (beschikbaar in alle opnamestanden) bepaalt hoe het scherpstelpunt voor de
autofocus wordt geselecteerd. U heeft de keuze uit de volgende opties:
Optie
De gebruiker selecteert het scherpstelpunt met behulp van de multi-selector;
de camera stelt alleen scherp op het onderwerp in het geselecteerde
K Enkelpunt
scherpstelpunt. Gebruik deze optie voor het fotograferen van niet
bewegende onderwerpen. Standaardinstelling voor de stand n.
Bij de autofocusstanden AF-A en AF-C selecteert de gebruiker handmatig het
scherpstelpunt, maar de camera stelt scherp op basis van informatie uit de
omringende scherpstelpunten als het onderwerp het geselecteerde
Dynamisch
scherpstelpunt kortstondig verlaat. Gebruik deze optie voor het fotograferen
I
veld
van onderwerpen die zich grillig bewegen. Bij de autofocusstand AF-S selecteert
de gebruiker handmatig het scherpstelpunt; de camera stelt alleen scherp op
het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt. Standaardinstelling
voor de stand m.
De camera detecteert automatisch het onderwerp en selecteert het
scherpstelpunt. Indien een G- of D-type objectief wordt gebruikt, kan de
Automatisch
H
camera portretonderwerpen van de achtergrond onderscheiden en
veld-AF
onderwerpen beter waarnemen. Standaardinstelling voor de standen i, j,
k, l, o, P, S, A en M.
Bij de autofocusstanden AF-A en AF-C selecteert de gebruiker het scherpstelpunt
met behulp van de multi-selector. Als de gebruiker de foto na het
scherpstellen opnieuw kadreert, gebruikt de camera 3D-tracking om het
onderwerp te volgen en een nieuw scherpstelpunt te selecteren zolang de
3D-tracking
ontspanknop half ingedrukt blijft. Gebruik deze optie voor het fotograferen
f
(11 punten)
van relatief statische onderwerpen. Als het onderwerp de zoeker verlaat, laat
u de ontspanknop los en kadreert u de foto opnieuw met het onderwerp in
het geselecteerde scherpstelpunt. Bij de autofocusstand AF-S selecteert de
gebruiker handmatig het scherpstelpunt; de camera stelt alleen scherp op
het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt.
De huidige instelling wordt op de opname-informatieweergave
weergegeven (p. 10).
A
3D-tracking (11 punten)
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de kleuren in het gebied rond het scherpstelpunt
in de camera opgeslagen. Hierdoor levert 3D-tracking mogelijk niet het gewenste resultaat op bij
onderwerpen die dezelfde kleur hebben als de achtergrond.
Beschrijving
L
173