Snijdiepte instellen
Selecteer de zaagdiepte ca. 3 mm
groter dan de materiaaldikte. Hier-
door verkrijgt u een zuivere snit.
1. Los de borgschroef (6) en stel de
gewenste snijdiepte op de snijdiepte-
schaal (5) in met behulp van de refe-
rentiemarkering (28).
2. Draai de vastzetschroeven (6) weer
vast aan.
Veilig werken
• Het op het gereedschap aangegeven
toerental mag niet overschreden worden.
Indien gespecificeerd, moet het toerental-
bereik in acht worden genomen.
• Cirkelzaagbladen waarvan het zaag-
lichaam gebarsten is, moeten worden
weggegooid (reparatie is niet toege-
staan).
• Gereedschap met zichtbare scheuren
mag niet worden gebruikt.
• Gereedschap moet regelmatig worden
schoongemaakt.
• Gereedschapsonderdelen van lichte le-
geringen mogen alleen worden schoon-
gemaakt, b.v. van hars, met oplosmidde-
len die de mechanische eigenschappen
van deze materialen niet aantasten.
• Gereedschap en gereedschapslichamen
moeten zodanig worden vastgeklemd
dat zij tijdens het gebruik niet kunnen
losraken. Neem de aanwijzingen voor
de montage in acht.
Draai de klemschroef waarmee het
zaagblad is vastgezet, met de hand vast
met de bijgeleverde inbussleutel.
• Het verlengen van de sleutel of het aan-
draaien met hamerslagen is niet toege-
staan.
• De klemvlakken van het zaagblad moe-
ten worden ontdaan van vuil, vet, olie en
water.
• Gebruik originele reserveonderdelen van
de fabrikant om een veilig gebruik te
garanderen, zie hoofdstuk „Reserveon-
derdelen/accessoires".
• Onderhoudswerkzaamheden en wijzi-
gingen aan cirkelzaagbladen mogen
alleen worden uitgevoerd door een des-
kundig persoon, d.w.z. een persoon met
een gespecialiseerde opleiding en er-
varing, die bekend is met de eisen voor
constructie en ontwerp en die de vereiste
veiligheidsniveaus kent.
In-/uitschakelen
Inschakelen:
1. Druk de inschakelblokkering (1) naar
links of rechts en houd deze ingedrukt.
2. Druk op de AAN-/UIT-knop (2). Het
LED-werkingslicht (16) licht op. Nadat
de machine is gestart, kunt u de inscha-
kelblokkering (1) weer loslaten.
Uitschakelen:
1. Laat de AAN-/UIT-knop (2) los.
Omgaan met
de cirkelzaag
1. Apparaat – zoals onder in- / uitschake-
len beschreven – inschakelen en met de
voorste kant van de bodemplaat (7) op
het materiaal plaatsen.
2. RLijn de machine uit met de parallel-
aanslag (11) of met een vastgelegde
lijn.
NL
BE
35