NL
BE
optreden.
g) Wees bijzonder voorzichtig bij zagen
in bestaande wanden of andere niet
zichtbare gebieden. Het ingebrachte
zaagblad kan bij het zagen in
verborgen voorwerpen blokkeren en
terugslag veroorzaken.
FUNCTIE VAN DE ONDERSTE
BESCHERMKAP
a) Controleer voor elk gebruik of de
onderste beschermkap goed sluit.
Gebruik de zaag niet als de onderste
beschermkap niet vrij kan bewegen
en niet onmiddellijk sluit. Klem of
bind de onderste beschermkap nooit
in open positie vast. Als de zaag
per ongeluk op de grond valt, kan
de onderste beschermkap worden
gebogen. Open de beschermkap met
de terugtrekhendel en zorg ervoor
dat deze vrij kan bewegen en het
zaagblad of andere delen niet raakt bij
alle zaaghoeken en -diepten.
b) Controleer de functie van de veer
voor de onderste beschermkap. Laat
de zaag voor gebruik nakijken als
de onderste beschermkap en veer
niet goed werken. Beschadigde
onderdelen, kleverige afzettingen of
opeenhopingen van spaanders zorgen
ervoor dat de onderste beschermkap
vertraagd werkt.
c) Open de onderste beschermkap alleen
met de hand voor speciale sneden,
zoals bijv. „Duik- en hoeksneden".
Open de onderste beschermkap met
de terugtrekhendel en laat deze los
zodra het zaagblad in het werkstuk
duikt. De onderste beschermkap moet
automatisch werken voor alle andere
zaagwerkzaamheden.
32
d) Plaats de zaag niet op de werkbank
of de vloer zonder dat de onderste
beschermkap het zaagblad bedekt.
Een onbeschermd, nalopend
zaagblad beweegt de zaag tegen
de zaagrichting in en zaagt wat
hem in de weg zit. Let daarbij op de
nalooptijd van het zaagblad.
Veiligheidsaanwijzingen
voor het zaagblad
Deze informatie over het zaagblad komt
overeen met de norm DIN EN 847-1:2017.
Het gereedschap mag alleen wor-
den gebruikt door opgeleide en er-
varen personen die bedreven zijn in het
gebruik van gereedschappen.
Bediening
Accu verwijderen/
plaatsen
1. Om de accu (4) uit het apparaat te ver-
wijderen, drukt u op de ontgrendelknop
(3) van de accu en trekt u de accu eruit.
2. Om de accu (4) te plaatsen, schuift u
de accu (4) langs de geleidingsrail in
het apparaat. De accu klikt hoorbaar
vast.
Laadtoestand van de
accu nakijken
Het Laadstandindicator (18) signaleert de
laadtoestand van de accu (4).
De laadtoestand van de accu wordt aan-
gegeven doordat de corresponderende
LED-lamp aanflitst, wanneer het apparaat
in bedrijf is. Houd hiervoor de knop (2)
ingedrukt.