INSTAllATIe
Ingebruikname
10.17 Afstandsbediening FEK
Toestel- en installatieschade
!
Bij de WPF in het koelbedrijf is de FEK bij oppervlakte-
koeling bijv. vloerverwarming, koelplafonds, ... absoluut
vereist. Hiermee wordt niet alleen de kamertemperatuur
bepaald, maar ook de dauwpunttemperatuur om con-
denswatervorming te vermijden.
Aansluitveld FEK
1 2 3 4 5 6
H L
Met de afstandsbediening FEK kan niet alleen de werkwijze wor-
den veranderd, maar ook de nominale kamertemperatuur voor
verwarmingscircuit 1 of verwarmingscircuit 2 met ± 5°C worden
gewijzigd. Ze moet worden aangesloten op de klemmen H, L, I en
+ op het klemmenblok X2 van het toestel.
11. Ingebruikname
Info
Geldt niet voor de WPF 5 (S) basic.
Bij directe start worden de aanloopweerstanden niet
bijgeschakeld.
f Gebruik bij de meting van de aanloopstroom niet de
f
directe start.
Alle instellingen in de ingebruiknamelijst van de warmtepompma-
nager, de ingebruikname van het toestel en de opleiding van de
gebruiker moeten worden uitgevoerd door een vakman.
De ingebruikname moet overeenkomstig deze installatiehandlei-
ding en de bedienings- en installatiehandleiding van de warm-
tepompmanager gebeuren. Voor de ingebruikname kunt u een
beroep doen op onze klantenservice (tegen betaling).
Als u dit toestel commercieel gebruikt, dient u voor de ingebruik-
name eventueel rekening te houden met de voorschriften van de
bedrijfsveiligheidsverordening. Meer informatie hieromtrent vindt
u bij de bevoegde bewakingsinstantie (bijv. TÜV).
Na de ingebruikname moet u het ingebruiknameprotocol in deze
handleiding invullen.
30
| WPF basic
+
11.1 Controle voor de ingebruikname
Controleer de hierna vermelde punten voor de ingebruikname.
11.1.1 Verwarmingsinstallatie
- heeft u de verwarmingsinstallatie met de juist druk gevuld
en de snelontluchter geopend?
Installatieschade
!
Bij vloerverwarming rekening houden met de maximale
systeemtemperatuur.
11.1.2 Temperatuursensor
- Heeft u de buitensensor en de retoursensor (in combinatie
met bufferreservoir) juist aangesloten en geplaatst?
11.1.3 Veiligheidstemperatuurbegrenzer
Bij een omgevingstemperatuur lager dan -15 °C is het mogelijk
dat de veiligheidstemperatuurbegrenzer van de multifunctionele
groep in werking treedt.
f Controleer of de veiligheidstemperatuurbegrenzer werd
f
geactiveerd.
1 Elektrische nood-/bijverwarming
2 Resettoets veiligheidstemperatuurbegrenzer
f Reset de veiligheidstemperatuurbegrenzer door op de reset-
f
toets te drukken.
11.1.4 Netaansluiting
- heeft u de netaansluiting vakkundig uitgevoerd?
- Als bij het aanleggen van de spanning op de aansluiting WP
(net) geen foutmelding op het display verschijnt, is het draai-
veld juist aangesloten. Als de foutmelding GEEN VERMOGEN
verschijnt, moet de draairichting worden gewijzigd door de
polen om te keren.
11.2 Instelling stooklijn bij eerste ingebruikname
Het rendement van een warmtepomp neemt af naarmate de aan-
voertemperatuur stijgt. Daarom dient u de stooklijn nauwkeurig
in te stellen. Als de stooklijn te hoog wordt ingesteld, sluiten de
zone- of thermostatische kranen, zodat het vereiste minimale de-
biet in het verwarmingscircuit eventueel niet kan worden gehaald.
Aan de hand van de volgende procedure kunt u de stooklijn correct
instellen:
1
2
www.stiebel-eltron.com