INSTAllATIe
Ingebruikname
30
ANTI-LEGIONELL
Als de antilegionellafunctie geactiveerd is, wordt de warmwater-
boiler dagelijks om 01:00 uur opgewarmd tot 60 °C. De legionel-
lafunctie kan alleen worden gerealiseerd met warmtepomp en
elektrisch direct aandeel (interne DHC-trappen).
31
REGELDYNAMIEK
Instelbereik 0 tot 30
De ingestelde regeldynamiek geeft een indicatie van de schakelaf-
stand tussen de compressor en de trappen van de elektrische aan-
vullende verwarming. In normale situaties moet de vooringestelde
dynamiek voldoende snel en zonder schommelingen werken. Bij
snel reagerende verwarmingssystemen moet een kleinere waarde
worden ingesteld; bij zeer trage systemen een hogere waarde.
32
STILSTANDTIJD
Na het uitschakelen van een warmtepomp wordt een stilstandtijd
ingesteld om de compressor te beschermen. De vooringestelde
stilstandtijd van 20 minuten mag in normale werking niet worden
onderschreden. Als een verlaging wegens reparatie- of instel-
werkzaamheden vereist is, moet na deze werkzaamheden in elk
geval een terugstelling naar 20 minuten plaatsvinden.
33
RESTSTILSTAND
Resterende stilstandtijd
Door op de PRG-toets te drukken, kan de stilstandtijd van de com-
pressor worden opgevraagd.
34
EÉNFASIG
Deze parameter moet bij eenfasige toestellen altijd op AAN staan.
35
DIRECTSTART
Bij de ingebruikname is het mogelijk de werking van de warmte-
pomp te testen, door een onmiddellijke start van de warmtepomp
te activeren. Als de parameter wordt bereikt, verschijnt onderaan
op het display UIT. Door op de PRG-toets te drukken, wordt de
directe start uitgevoerd. De overeenkomstige pompen worden na
de start ingeschakeld. De waarde 60 wordt op het display zichtbaar
naar 0 afgeteld, daarna verschijnt AAN op het display.
Vervolgens schakelen de warmtepomp en de bijbehorende buffer-
laadpomp in. Verlaat de functie door op de toets PRG te drukken
of door de bedieningsklep te sluiten. Op het display verschijnt
weer UIT.
36
RELAISTEST
Door op de PRG-toets te drukken en vervolgens de draaiknop
verder te draaien, kunnen alle relaisuitgangen van de WPMiw
afzonderlijk worden aangestuurd. Op het display worden de ver-
schillende uitgangen in gewone tekst weergegeven.
37
LCD-TEST
Door één keer op de PRG-toets te drukken, wordt een LCD-test
uitgevoerd. Op het display worden alle indicatorelementen één
voor één weergegeven.
38
STORINGSLIJST
Door op de PRG-toets te drukken, wordt de eerste foutcode aan-
gegeven. Bovenaan in het display wordt de fout in gewone tekst
40
| WPF basic
weergegeven, terwijl onderaan het foutnummer staat. Door de
draaiknop verder te draaien, wordt nog steeds de 1ste fout aan-
gegeven. Als bijkomende informatie verschijnt bovenaan in het
display de dag, de maand, het jaar en het tijdstip waarop de fout
zich heeft voorgedaan.
Er kunnen in totaal 20 fouten worden weergegeven. De storings-
lijst kan alleen worden gewist met een hardwarematige reset.
Voorbeeld:
Op 17.07.09 om 14:50 uur werd als recentste fout in de warmte-
pomp de hogedrukbeveiligingsschakelaar geactiveerd.
HOGEDRUK
39
SOFTWARE-WPMIW
Weergave van de actuele softwareversie.
40
ANALYSE
Onderaan in het display worden de vrijgegeven trappen aangege-
ven. De waarde met twee posities geeft de interne berekening van
de regelaar aan. Als de teller afgeteld is, wordt een trap gescha-
keld. Deze berekening is afhankelijk van de regeldynamiek en van
de regelafwijking. Zie in dit verband Regeldynamiek.
41
DIAGNOSE
Wanneer er op de PRG-toets wordt gedrukt, wordt aangegeven
of er een FEK is aangesloten en welk type warmtepomp is aan-
gesloten.
42
RESET VP
In geval van een fout kan een reset van de warmtepomp worden
uitgevoerd. Door op de toets PRG te drukken, in te stellen op AAN
en opnieuw op de toets PRG te drukken, wordt de storing gereset
die was opgetreden. De compressor start opnieuw. De fout blijft
opgeslagen in de foutlijst.
43
LOOPTIJDEN
Onder de parameter Looptijden kunt u de waarden van de warm-
tepomp aflezen. De waarden kunnen alleen door een hardwa-
re-reset worden gewist.
www.stiebel-eltron.com