6.2 Het apparaat reinigen voordat u het voor
het eerst gebruikt
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de accessoires te
reinigen.
1.
Zorg ervoor dat er zich in de binnenruimte geen ver-
pakkingsresten, toebehoren of andere voorwerpen
bevinden.
7 De Bediening in essentie
7.1 Apparaat inschakelen
▶
Schakel het apparaat in met
a Het display geeft het Neff logo weer en daarna het
maximale magnetronvermogen.
a Het apparaat is klaar voor gebruik.
7.2 Apparaat uitschakelen
▶
Schakel het apparaat uit met
a Het apparaat breekt de lopende functies af.
a Op het display verschijnen de tijd en de datum.
Opmerking: Schakel het apparaat uit wanneer u het
niet nodig heeft. Wanneer er langere tijd niets wordt in-
gesteld, gaat het apparaat automatisch uit.
7.3 In werking stellen
▶
Start de werking met
a Het display geeft de instellingen weer.
Opmerking: Als u tijdens de werking de deur van de
binnenruimte opent, dan onderbreekt het apparaat de
werking en pauzeert het ingestelde tijdsverloop. Als u
de werking opnieuw wilt starten, sluit dan de deur van
het apparaat en druk op
7.4 Werking onderbreken
1.
Druk op
.
a Het apparaat onderbreekt de werking.
8 Magnetron
Met de magnetron kunt u bijzonder snel gerechten be-
reiden, verwarmen of ontdooien.
8.1 Vormen en accessoires die geschikt zijn
voor de magnetron
Om uw gerechten gelijkmatig op te warmen en het ap-
paraat niet te beschadigen, dient u geschikte vormen
en accessoires te gebruiken.
Opmerking: Voordat u vormen voor de magnetron ge-
bruikt dient u de informatie van de fabrikant in acht te
nemen. Voer bij twijfel een serviestest uit.
.
.
.
.
2.
De gladde oppervlakken in de binnenruimte met
een zachte, vochtige doek reinigen.
6.3 Accessoires reinigen
▶
Reinig de accessoires grondig met zeepsop en een
zacht schoonmaakdoekje.
2.
Druk op
om alle instellingen te wissen.
Opmerking: Als u de apparaatdeur opent, onderbreekt
het apparaat de werking. Na een onderbreking of het
annuleren van de werking, kan de koelventilator verder
lopen.
7.5 Functie instellen
Wanneer u het apparaat inschakelt, toont het display
de ingestelde voorgestelde functie. U kunt de voorge-
stelde functie direct starten of een andere functie kie-
zen.
1.
Druk op
.
a Het display geeft de functies weer.
2.
Kies een functie met of .
3.
Navigeer met
naar de volgende regel.
4.
Kies de instelling met of .
Afhankelijk van de functie zijn andere instellingen
mogelijk.
5.
Voor de andere instellingen met
de regels navigeren.
6.
Kies de instelling met of .
7.
Druk op
.
a Het programma wordt gestart.
Opmerking: Druk op
laten en op het niveau van de functies te komen.
De Bediening in essentie nl
naar de volgen-
om de actuele instelling te ver-
9