6.2
Een diepte uitlezen
6.3
Schermen dieptecode
48
Sondediepte
☞
Om de diepte van een sonde te kunnen bepalen, moet de leiding-
zoekers worden gebruikt in combinatie met een sonde. Zie "5.9
Gebruik van de sondes".
1.
Zet de leidingzoeker op de vereiste
sonde-frequentie.
2.
Plaats de leidingzoeker recht boven en in
het verlengde van de sonde.
☞
Let erop dat de voet van de
leidingzoeker rechtstreeks op
de grond rust.
☞
Houd de leidingzoeker rechtop
en pas op dat u hem niet ver-
plaatst.
3.
Houd de toets voor de diepte-indicatie
ingedrukt.
4.
Het scherm voor de sondediepte toont
de gemeten diepte.
☞
Til de leidingzoeker ongeveer
15 cm/6 inch van de grond en
lees de diepte een tweede
keer uit. Deze diepteaflezing
zou de toegevoegde hoogte
moeten bevestigen.
5.
De diepte wordt berekend als de afstand
tot de sonde binnen in de buis of kabel-
goot! Houd bij de diameter van een buis
of kabelgoot een onzekerheidsmarge
aan.
Let op het verschil tussen a en b!
a)
Werkelijke diepte van de leiding.
b)
Getoonde diepte: Diepte van de
sonde.
Informatie dieptecode
Als het niet mogelijk is om een diepte te meten, wordt een gedetail-
☞
leerde dieptecode weergegeven.
De diepte en stroomsterkte van een leiding schatten
0016797_001
0016824_001
0016825_001
0.85
0016826_001
a
b
0016827_001